Blogs & columns
Marcel Levi
Marcel Levi
2 minuten leestijd
Column

Slappe concentraties

2 reacties

Het is alweer precies 45 jaar geleden dat onderzoekers van Stanford University bij een onderzoek in 1500 Amerikaanse ziekenhuizen vonden dat er een duidelijke relatie was tussen hoe vaak een hoogcomplexe operatie werd uitgevoerd en de uitkomst voor de patiënt. Zij vonden een ziekenhuissterfte die 25 tot 40 procent lager was als de ingreep meer dan tweehonderd keer per jaar werd uitgevoerd. Na deze publicatie zijn er nog tientallen andere onderzoeken verricht die in het overgrote deel van de gevallen dezelfde resultaten lieten zien voor een flink aantal complexe ingrepen.

Naar aanleiding van al dit onderzoek hebben wetenschappelijke verenigingen in Nederland voor een aantal hoogcomplexe interventies voorgesteld dat per jaar op zijn minst een minimumaantal moet worden uitgevoerd. Dat gaat dan grotendeels om minimaal twintig (soms vijftig) procedures per jaar. Dit betekent voor de meerderheid trouwens dan nog steeds slechts één van deze ingrepen per twee weken per ziekenhuis. En zelfs daarover wordt al jaren geruzied, worden onnavolgbare tellingen van het aantal operaties gerapporteerd of volumina van twee willekeurige ziekenhuizen bij elkaar opgeteld. En hoewel ziekenhuizen en specialisten met hun handtekening onder het Integraal Zorgakkoord plechtig hebben beloofd volumenormen voor chirurgische oncologie en grotevaatchirurgie op te hogen, komt hier tot nu toe weinig van terecht en zijn sommige partijen vooral bezig eindeloos veel beren op de weg te gooien.

Zou concentratie niet net zo goed zijn voor niet-­operatieve interventies?

Het grote misverstand bij dit alles is dat nog steeds de indruk wordt gewekt alsof het hier vooral zou gaan om de operatieve vaardigheden van een operateur die de ingreep vaker of minder vaak zou doen. Niet helemaal onbelangrijk, maar ik geloof best wel dat ook een goed opgeleid chirurg een ingreep uitstekend kan uitvoeren als zij of hij het maar twintig keer per jaar doet. Maar waar het natuurlijk om gaat bij hoogcomplexe situaties is het hele team. Dat de verpleging merkt dat het beloop anders is dan gebruikelijk, dat de dienstdoende assistent ’s nachts snel een complicatie herkent, dat de radiologie dan meteen weet welk onderzoek nodig is en dat de postoperatieve afdeling en intensive care ervaring hebben met de problematiek. Dat bereik je heel lastig als je een ingreep maar eens per veertien dagen doet.

En als hoogcomplexe zorg dus een teaminspanning is, dan kun je je tegelijk afvragen of concentratie niet net zo goed zou zijn voor niet-operatieve interventies, bijvoorbeeld weinig voorkomende en ingewikkelde situaties bij beschouwende specialismen. Maar vanuit die kant (inclusief de beroepsverenigingen) is het meer dan oorverdovend stil als het hierover gaat. Denken we nu echt dat de patiënt met een ernstige acute nierinsufficiëntie door vasculitis in Lutjebroek net zo’n goede en snelle diagnose en behandeling krijgt als de patiënt in een groot centrum, met wellicht consequenties voor langetermijnbehoud van de nierfunctie? En geloven we werkelijk dat je ernstig antifosfolipide­syndroom, oftalmopathie van Graves, progressieve multipele sclerose, of systemische sarcoïdose overal kunt behandelen, al doe je het minder dan één of twee keer per jaar?

Met andere woorden: hoewel ook bij chirurgische specialismen de volumediscussie nog niet onmiddellijk tot grandioze resultaten leidt, wordt er in ieder geval uitgebreid over gediscussieerd. Daar zouden niet-snijdende specialismen best weleens een voorbeeld aan mogen nemen. 

Meer van Marcel Levi
  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • R.H.J. Verschuren

    Anaesthesioloog

    De onderzoeken die uitwijzen dat frequentie serieus invloed hebben op de outcome hebben een serieuze bias, namelijk de selectiebias. Het is wel degelijk mogelijk een complexe zeldzame ingreep structureel succesvol uit te voeren, het vraagt echter ...meer dan 1 ambitieuze behandelaar. Behandelen is een team-inspanning. Daar gaat het vaak mis, de voor- en nazorg. Dat kunstje op de behandelkamer lukt vaak wel.

    Op het moment dat er serieus wordt voorbereid en iedereen de juiste attitude heeft, er een goed behandelplan is en ook de nazorg uitvoerig is besproken is er veel mogelijk. Helaas heb ik zelden, ook academisch, gezien dat er een MDO wordt uitgevoerd waarin het behandeltraject onder het vergrootglas wordt gelegd en waarbij een als-dan algoritme wordt besproken. Meestal eindigt de ingreep met de woorden tijdens de overdracht: “als er vragen zijn kun je me altijd bellen. Ik ben gewoon beschikbaar. Ook in de nacht.” Dat is geen plan, dat is een vinger in de dijk. En dan wordt een zeldzame ingreep inderdaad heel ingewikkeld.

    Ik geef een concreet voorbeeld: circa 7 jaar geleden kreeg een patiënt in een ziekenhuis een gefenestreerde custom made aortastent. Die kosten sec meerdere 10-duizenden euro’s. De ingreep duurt ergens tussen de 4 en 12 uur. Een van de complicaties is een paraplegie van de onderste extremiteiten, meestal te behandelen met een spinaalkanaalcatheter.
    De helft van de anesthesiologen in dat ziekenhuis beheerste die techniek niet. Toen die complicatie optrad waren zowel dienstdoende anaesthesist als achterwacht bekend en vertrouwd met alsook bekwaam in de procedure. Dat was toeval, dat is geen plan. Gelukkig had de dienstdoende intensivist er ook wel eens over gelezen.

    In bedrijfsgeneeskundige termen: een risicovollle ingreep verdient een RI&E van eerste consult tot en met nacontrole op de poli. Als dat er niet is moet je er sowieso niet aan beginnen.

    [Reactie gewijzigd door Verschuren, Robert op 25-05-2024 12:11]

  • neuroloog niet praktiserend, Oostburg

    Iedereen vindt concentratie prachtig zolang het maar in zijn of haar ziekenhuis is. Het gaat altijd om belangen en geld en niet om de patiënt.
    Wil Hoefnagels

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.