Troost en dankbaarheid
2 reacties‘Het gaat de laatste maanden niet zo goed met mij. Ik weet niet wat er aan de hand is. Ik ben moe en prikkelbaar’, zegt de patiënt van middelbare leeftijd. Buiten is het koud en nog schemerig. Het nieuwe jaar heeft zijn intrede gedaan en op de balkons van de flats voor het gezondheidscentrum hangt nog kerstverlichting.
‘Ik dacht dat het over zou gaan. U weet het toch. Kerst, oud en nieuw. Ik ben ook niet zo’n dokterloper. Jullie hebben het al zo druk’, antwoordt hij op de vraag waarom hij juist nu bij de huisarts komt.
Na uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek zonder afwijkingen gaat de patiënt weer zitten. Hij kijkt voor zich uit. Er hangt een aura van weemoed om hem. Het knaagt bij mij. ‘Is er nog iets wat ik moet weten?’, vraag ik, terwijl ik terugloop naar mijn stoel, zonder oogcontact met hem.
‘Ik ben bang dat ik ook doodga en die gedachte vreet aan mij’
‘Mijn vader is rond deze tijd overleden, toen hij net zo oud was als ik nu ben’, zegt de man, terwijl de tranen over zijn wangen lopen. ‘Ik was toen net geen 30 en zou zelf nog vader worden. Hij was er ineens niet meer. Abrupt weg uit mijn leven. Ik had zoveel met hem willen delen. Ik ben bang dat ik ook doodga en die gedachte vreet aan mij’, vervolgt hij. Terwijl hij over mijn schouders naar de kerstverlichting kijkt, zie ik in het verdriet van de man de belichaming van het liedje van de Turkse zanger Teoman: ‘Vandaag ben ik jarig en ik ben even oud als mijn vader toen hij doodging.’ ‘Dit lied voelt als erkenning voor mijn gevoel, dokter. Het geeft troost!’, zegt hij met een ontroerde glimlach als ik hem over het lied vertel.
Hij verlaat de kamer met het laboratoriumformulier in zijn hand en doet de deur achter zich dicht. Wat overblijft zijn de noten en de woorden van het lied en het dankbare gevoel dat mijn vader nog leeft.
Meer van Shakib Sana:
F.P.M. Baar
voorheen specialist Ouderengeneeskunde en Palliatieve zorg, Rotterdam
Wat een prachtige blog, echt veldwerk.
Met name werd ik getroffen door de volgende regels:
"Na uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek zonder afwijkingen gaat de patiënt weer zitten. Hij kijkt voor zich uit. Er hangt een aura van weemoed om... hem. Het knaagt bij mij. ‘Is er nog iets wat ik moet weten?’, vraag ik, terwijl ik terugloop naar mijn stoel, zonder oogcontact met hem."
Het is precies uw vraag: Is er iets wat ik nog moet weten.
Deze "intuïtieve" "veldwerk'vraag" moeten we inderdaad veel vaker stellen. Zij sluit aan bij wat wij recent hoorden in een internationale workshop aan de universiteit van Gen over de kracht van narratieve geneeskunde. Onderzoek in Harvard heeft aangetoond dat als artsen deze vraag stellen, de patiënt begint te praten en met essenties komt, die hem/haar helpen o zichzelf beter te begrijpen. Het is een essentieel vraag die tot heling bijdraagt.
Uw blog is daar een prachtig voorbeeld van.
Dank.
E. van Veelen
Bedrijfsarts, Hoogland
Prachtig. Wat hebben we toch een mooi vak.
Geneeskunde is soms genezen, vaak verlichten, altijd troosten.