Laatste nieuws
Sophie Niemansburg
Sophie Niemansburg
7 minuten leestijd
Achter het nieuws

Jeugdartsen willen meer artsentaken uitvoeren

‘Als ik bij een baby spruw constateer, moet ik de ouders voor medicatie naar de huisarts sturen’

12 reacties
Jos Lammers /ANP
Jos Lammers /ANP

Jeugdartsen zouden meer aan diagnostiek en behandeling kunnen doen, bijvoorbeeld bij verdenking op coeliakie, persisterende icterus bij een baby, of bij huidaandoeningen. Dat is efficiënter en bespaart overbelaste huisartsen en kinderartsen werk. En het zou het vak van jeugd­arts zichtbaarder en aantrekkelijker maken. Maar de bureaucratie zit nog in de weg.

‘Wat als jeugdartsen macrogolen, corticosteroïdzalf klasse I en nystatine zouden mogen voorschrijven? Of zelf lab zouden mogen aanvragen, bijvoorbeeld bij obesitas of verdenking coeliakie?’, schreef Elza Zijlstra, jeugdarts in opleiding (GGD Limburg-Noord), recent op haar LinkedIn pagina. Haar idee kon op bijval rekenen van veel jeugdartsen en huisartsen, gezien de reacties onder haar bericht.

Lullig

Zijlstra komt dagelijks op haar spreekuur voorbeelden tegen waarin ze zelf diagnostiek en behandeling had kunnen inzetten, in plaats van de kinderarts of huisarts: ‘Als ik tijdens een uitgebreid consult bij een baby spruw constateer, moet ik de ouders vervolgens voor medicatie naar de huisarts sturen. Dat voelt heel lullig. Of denk aan een kind met obesitas, dat wij volgens de richtlijn standaard naar de kinderarts zouden moeten sturen voor bloedonderzoek naar comorbiditeit zoals diabetes mellitus of lever­vervetting. Bij sommige kinderen kunnen wij deze diagnostiek ook doen, tenzij er een verdenking op een medisch onderliggende aandoening is’, legt Zijlstra uit.

Coeliakie

Er zijn al regio’s waar de jeugdarts experimenteert met het naar zich toetrekken van taken van de huisarts of kinderarts, bijvoorbeeld in de regio Kennemerland. Jeugdarts en arts M+G Lucy Smit leidt daar een pilot, samen met een kinderarts, rondom coeliakie: ‘Sinds twee jaar testen wij als jeugdartsen jonge kinderen bij een verdenking. Daarmee sporen we zeven tot elf keer meer coeliakie op dan een huisarts, blijkt uit de eerste onderzoeksresultaten.’ Door zelf meer diagnostiek te doen, kunnen wij, net als de huisarts, de schifting van gezonde en niet-gezonde kinderen maken, zodat de kinderarts daadwerkelijk alleen de kinderen ziet die hij moet zien.’ Smit is ook lid van een nieuwe, ‘activistische’ beweging om de positie van de jeugdarts te versterken, Jeugdarts Next Level. Een van hun speerpunten is het versterken van de medische rol van de jeugdarts (zie kader).

Juiste zorg op de juiste plek

Zijlstra’s oproep en het initiatief van Smit klinken als muziek in de oren bij de wetenschappelijke vereniging van jeugdartsen, AJN Jeugdartsen Nederland. Binnen de vereniging leeft al tien jaar het idee om zelf meer diagnostiek en behandeling te doen. Sterker nog, sinds vorig jaar loopt een project over het verlenen individuele medische zorg door de jeugdarts, vertelt Petra de Jong, jeugdarts en voorzitter van de AJN. ‘Een belangrijk deel van ons werkt draait om de collectieve zorg: het voorkomen dat kinderen bijvoorbeeld obesitas en psychische aandoeningen ontwikkelen. Maar naast dit werk buiten de spreekkamer, werken we bínnen de spreekkamer waar we kinderen van 0 tot 19 jaar screenen en adviseren. Een meerderheid van onze leden, dat bleek in 2022 uit een enquête, vindt dat we die rol in het medisch domein meer moeten pakken. En in deze tijd past dat helemaal bij de beweging van de ‘juiste zorg op de juiste plek’. Als wij een probleem constateren dat eenvoudig en geprotocolleerd te onderzoeken of te behandelen is, dan is het niet passend om vervolgens naar een collega-­arts te verwijzen.’

‘Wij hebben vaak meer tijd dan een huisarts of kinderarts’

Obesitas

Kinderarts en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) Lissy de Ridder kan zich in dat argument van de AJN vinden. ‘Het onderzoek naar coeliakiescreening is bijvoorbeeld erg succesvol. En bij een verdenking heupdysplasie zie ik ook een rol voor de jeugdarts. Ten aanzien van obesitas, moeten we goed afspreken welk labonderzoek zij dan doen, want het interpreteren van onderliggende medische aandoeningen is complex en hoort meer bij een kinderarts. Heel helder moet blijven dat kinderartsen de zieke kinderen behandelen, en dat jeugdartsen de gezonde kinderen zien en screenen.’

Huisartsentekort

Door passendere zorg te leveren, leidt dat volgens de Jong en Zijlstra ook tot minder belasting van de al druk bezette collega-artsen en minder zorgkosten. Zijlstra: ‘In de regio waar ik werk, Venlo en omstreken, kampen we met een enorm huisartsentekort. Honderden mensen hebben geen huisarts, of ze moeten soms ver reizen naar hun eigen huisarts.’ En voor die patiënten die wel een huisarts hebben, is het niet ‘klantvriendelijk’ om naar de huisarts te verwijzen. Huisarts Luc Harings, werkzaam in de regio Zuid-Limburg, zag de post van Zijlstra en was enthousiast over haar plan: ‘Ik krijg regelmatig ouders die bellen om nystatine, omdat het consultatiebureau dat heeft gezegd. Dat schrijf ik dan telefonisch voor, terwijl ik soms het kind niet eens gezien heb. Het lijkt me positief als de jeugdartsen meer recepten voorschrijven, graag zelfs. Bepaalde problemen bij kinderen zien zij vaker dan ik, denk aan obstipatie. Wat mij betreft schrijven zij dan ook de macrogolen zo nodig voor. Wel is het fijn als we dan een terugkoppeling hierover krijgen.’

Zorgverzekeraars

‘Wat ik heel vaak hoor: “Maar jullie zijn toch artsen, jullie kunnen toch gewoon een recept voorschrijven, al is het op een bierviltje?”’, zegt De Jong. ‘Dat klopt ook, we zijn bevoegd en bekwaam hiervoor, maar we krijgen het niet vergoed van de zorgverzekeraar. Wij vallen onder de Wet publieke gezondheid, en niet onder de Zorgverzekeringswet. We hebben als organisatie dus geen standaardcontracten met de zorgverzekeraar.’ En dan nog, al is het wel geregeld, dan gaat het nog niet altijd goed. ‘Tien jaar geleden heeft Zorginstituut Nederland de koemelkprovocatietest als declarabele zorgprestatie aangemerkt, ook als de jeugdarts die uitvoert. Vervolgens kwam er een betaaltitel van de Nederlandse Zorgautoriteit, waarna jeugdgezondheidszorgorganisaties de geleverde zorg konden declareren na contracten met regionale zorgverzekeraars. Dat ging een aantal jaren goed, maar sommige organisaties doen dit inmiddels niet meer, omdat er te veel administratielasten en onvoldoende financiering vanuit de zorgverzekeraars kwam.’

Laaghangend fruit

Om te voorkomen dat een dergelijk debacle opnieuw optreedt, loopt er nu een project bij de AJN om voor vijf onderwerpen uit te zoeken wat er financieel, organisatorisch en juridisch vereist is om dit door een jeugdarts uit te laten voeren. ‘We hebben gekozen voor laaghangend fruit’, zegt De Jong, ‘namelijk het aanvragen van lab bij baby’s met verlengde icterus; hepatitis B-serologie bij een kind waarvan de moeder hepatitis B-drager is, de behandeling van huidproblemen zoals spruw en luier­eczeem, en het prikken van lab bij obesitas.’ De resultaten van het project moeten duidelijk maken wat er bijvoorbeeld nodig is aan afspraken met de zorgverzekeraars en met de NZa. ‘Over twee maanden hopen we dat die resultaten er zijn, waarna we ook, onder meer met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de NVK, werkafspraken willen maken.’ De LHV laat weten dat zij ‘kansen zien om elkaar te versterken en de zorg voor de kinderen te verbeteren’.

Tekort aan jeugdartsen

Wel wijst De Jong er op dat het belangrijk is dat deze individuele zorgtaken niet ten koste gaan van de preventieve taken van de jeugdartsen. ‘We moeten geen nuldelijnshuisarts of een eerstelijnskinderarts worden, we doen meer dan het leveren van individuele zorg. En ook wij kampen momenteel met een artsentekort, dus bij het krijgen van meer taken, moet dat wel in balans zijn. En als we dit willen waar­maken, is het belangrijk dat we er wel voor zorgen dat we de bezetting op orde hebben en bijvoorbeeld dagelijks bereikbaar zijn.’

Aantrekkelijkheid van het vak

Tegelijkertijd denken de jeugdartsen dat het versterken van de medisch-inhoudelijke rol de aantrekkelijkheid van het vak vergroot en meer artsen enthousiast maakt voor de opleiding. Zijlstra: ‘Van sommige aniossen jeugdarts weet ik dat ze afhaken, omdat ze vinden dat ze te weinig typische dokterstaken hebben.’ Het pakken van de medische rol maakt de jeugd­arts zichtbaarder, voor collega’s maar ook voor kinderen en hun ouders, denkt ze: ‘Het is soms onduidelijk wat ze aan je hebben, je bent wel arts, maar kunt vervolgens weinig zelf doen. Met het risico dat ze niet meer bij ons aankloppen als er problemen gaan spelen waar wij ook veel van weten en tijd voor hebben. Denk aan jongeren met problemen door social media, pesten, slaaptekort en schoolverzuim. Wij hebben vaak meer tijd dan een huisarts of kinderarts om dergelijke complexere problemen in kaart te brengen en te vervolgen.’ Zijlstra merkt aan de hoge no-shows dat ouders en kinderen niet altijd de meerwaarde van de jeugdarts zien. ‘De rol van de jeugdarts bij veel typische publiekegezondheidsproblemen wordt vaak over het hoofd gezien.’

Manifest Jeugdarts Next Level

Jeugdarts Next Level is een vorig jaar opgerichte ‘activistische’ beweging, bestaande uit zestien leden van de AJN. Op 16 april heeft de beweging, in samenspraak met de AJN, een manifest aangeboden aan staatssecretaris van VWS Maarten van Ooijen. In dat manifest ‘Samen voor een gezonde jeugd en toekomstige generaties met de jeugdarts als preventiespecialist’, hebben zij drie speerpunten. Ze willen dat de medische expertise van de jeugdarts binnen de spreekkamer behouden blijft, dat de jeugdarts meer aanschuift bij beleidstafels over jeugd, zoals van het Integraal Zorgakkoord, en dat er structureel meer geïnvesteerd wordt in de (jeugd)preventieve sector. Mede-initiatiefnemer Lucy Smit: ‘De jeugdarts ziet ruim 95 procent van alle opgroeiende jeugd en is daarmee de aangewezen partij om ziekte en verminderde mentale gezondheid bij kinderen te voorkomen of te signaleren. Wij vinden bovendien dat de keuze voor een vervolgopleiding tot jeugdarts aantrekkelijker moet worden door het curriculum en de salariëring van artsen binnen en buiten het ziekenhuis gelijkwaardiger te maken.’

Lees ook
Achter het nieuws huisartsen zorgverzekeraars Kinderartsen organisatie
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.A. Wiegersma

    sociaal geneeskundige (ret.), Kropswolde

    Je moet er toch niet aan denken dat jeugdartsen, niet gehinderd door goede opleiding laat staan juiste kennis hun 'soort' diagnostiek gaan bedrijven of zelfs curatief denken te kunnen handelen. Als ouder zou ik de absoluut geen vertrouwen hierin hebb...en (kijk bijvoorbeeld naar het zeer slechte coeliakie-onderzoek in Leiden....). Zie voor uitgebreide informatie hierover www.jeugdgezondheidszorg.nu (of artikel in Medisch Contact nr 38; 2022)

  • E.J. Siderius

    Jeugdarts, JGZ Almere, op persoonlijke titel, Loosdrecht

    Jeugdartsen vinden dat ze meer artsen taken moeten kunnen uitvoeren. En terecht. Op 29 april promootte de World Health Organization (WHO) Europe, een ‘first-ever mobile app on primary health care for children and adolescents: digitalized, evidence-b...ased guidance at health professionals’ fingertips‘. Het WHO Pocket book (2022) en de app zijn voor gebruik door artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners verantwoordelijk voor de zorg voor kinderen en adolescenten op eerstelijns niveau.
    Met het uitbrengen van het Pocket book en nu de inhoud in een overzichtelijke mobile applicatie (WHO/EURO App)1 geeft de WHO een signaal af. Zij constateert dat de zorg voor kinderen en adolescenten op eerste lijns niveau niet altijd optimaal is. Sommige zorgverleners ontbreekt het aan de noodzakelijke training en bronnen om zorg van hoge kwaliteit te verlenen in het belang van het kind of de adolescent.
    De WHO beoogd met het WHO/EURO App eerstelijns zorgverleners te ondersteunen in het verlenen van veilige en hoge kwaliteit zorg voor kinderen en adolescenten. De App bevat materiaal en handvaten om onder meer:
    De vroege opsporing van kinderen met een risico of ontwikkeling stoornissen te verbeteren
    Het onnodig voorschrijven van antibiotica voorkomen (bestrijden van antibiotica resistentie)
    Medicatie fouten te voorkomen
    De management van kinderen en adolescenten met chronische aandoeningen te verbeteren en het verminderen van te voorkomen ziekenhuis opnamen en vroeg overlijden
    Het promoten van gezonde gewoontes (dieet, bewegen) en mentale gezondheid.
    De WHO/EURO App beschrijft bijvoorbeeld welke lichamelijk kenmerken tijdens 1 maands ‘well-child’ bezoek, zoals: bleekheid, cyanose, icterus, nystagmus en rode fundus reflex, kunnen wijzen op een aandoening. Deze parameters komen overeen met die uitgevoerd tijdens de gestructureerde artsen consulten binnen de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De app bied meer. Een bilirubine waarde van de pasgeborene (in mg/dl of μmol/L) kan met hulp van de WHO/EURO-App beoordeeld worden op basis van onder meer de leeftijd (24 tot >120 uren na geboorte) en de zwangerschapsduur. Onder het hoofdstuk klachten en symptomen staat een kop ‘hoesten en moeilijk ademen’. Met dit verschijnsel zal het kind zich in eerste plaats bij de huisarts presenteren. Het routinematig voorschrijven van antibiotica wordt afgeraden.

    In Nederland is de eerste lijns zorg voor het individuele kind verdeeld over de jeugdarts en de huisarts. De jeugdarts ziet kinderen gedurende hun ontwikkeling en heeft een cruciale rol in het tijdig opsporen en signaleren van eventuele afwijkingen. Een big geregistreerde arts kan na een zesdaagse introductiecursus ‘Jeugdgezondheidszorg 0 – 18 jaar’ gaan werken als jeugdarts binnen een JGZ organisatie.
    Geschreven en ongeschreven wetten en regels maken dat in Nederland kinderen en adolescenten op het moment niet kunnen rekenen op een inclusieve eerste lijnszorg. Zo blijkt. Het is daarom aan te bevelen dat zowel jeugd- als huisartsen kennis nemen van de (gratis) WHO/EURO App.1 En dat jeugdartsen in staat worden gesteld de aanbevolen diagnostiek te verrichten. Vervolgens zal het probleem zich voordoen wie de resultaten van het onderzoek krijgt.

    Hier biedt de Europese Unie kansen. Op 24 april stemde het Europees Parlement met een ruime meerderheid in met de European Health Data Space (EHDS), MC 18, 2 mei 2024. De EHDS heeft tot doel snel en makkelijk medische gegevens te kunnen uitwisselen en burgers toegang te geven tot hun gezondheidsdata.
    Om dit te bereiken moeten de (vele) verschillende elektronische medische gezondheid dossiers, van ziekenhuizen, huisartsen, apotheken, fysiotherapeuten digitaal met elkaar en met een persoonlijke gezondheids dossier, kunnen ‘praten’.
    Het numerieke data punten uit het WHO Pocket book zijn met hulp van internationale standaarden zoals Logical Observation Identifiers Names and Codes uitwisselbaar te maken met Fast Healthcare Interoperable Resources . De bevinding van een gemeten gewicht ziet er in de computertaal, JavaScript Object Notation zo uit:
    {"resourceType":"Observation","id":"cfsb1704636128883","status":"final","code":{"coding":[{"code":"3141-9","system":"http://loinc.org","display":"Body weight Measured"}]},"valueQuantity":{"value":10,"unit":"kg"},"interpretation":[{"coding":[{"code":"L","system":"http://terminology.hl7.org/CodeSystem/v3-ObservationInterpretation","display":"Low"}]}],"subject":{"reference":"cfsb1704507726008"},"effectiveDateTime":"2024-01-01T00:00:00.000Z"}

    Het uitwisselbaar maken van medische relevante gegevens kost geld, heel veel geld. Nu al heeft de overheid miljoenen besteed aan de (commerciële) informatie technologie leveranciers. Het is te hopen dat de data van kinderen opgesloten in de diverse elektronische systemen binnen een gefragmenteerd zorgstelsel spoedig uitwisselbaar worden, ook met een persoonlijk kind dossier. De bestaande situatie kan leiden tot vertraging van de juiste diagnose en gebrekkige management van kinderen met een chronische aandoening. Met alle gevolgen van dien.

    Referenties:
    https://play.google.com/store/apps/details?id=com.who_phc&pli=1

  • H.M. Gaasbeek Janzen

    Arts M+G, Utrechtse Heuvelrug

    Wat een idiote kop, jeugdartsen voeren per definitie artsentaken uit! Los daarvan goed dat gekeken wordt of bepaalde diagnostiek en behandeling efficiënter kan, maar vergeet dan niet het adagium 'schoenmaker blijf bij je leest'. Het vak moet aantrekk...elijk zijn vanuit de eigen taken, niet door die van anderen uit te voeren.

  • P.J. Mitra

    arts en jurist gezondheidsrecht, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk

    De jeugdartsen hebben gelijk. Bureaucratie en zorgverzekeraars zitten niet alleen hen in de weg, maar nagenoeg de hele beroepsgroep.

  • G.K. Mitrasing

    Huisarts, Vogelvrij, Heerhugowaard

    Altijd dat beroemde “overbelaste huisartsen” als schijnargument om iets te implementeren.. die worden hiermee niet ontlast.. dit is een taakverschuiving in de marge met niet-relevante effecten voor vele huisartsenpraktijken. Fact finding: hoeveel va...n die “honderden zonder huisarts” zijn pasgeborenen? En komen die bij ziek-zijn niet bij een huisarts terecht?
    In Alkmaar en omgeving gaan een aantal onderzoeken/verwijzingen voor bvb een echo heupen of onderzoek naar coeliakie, hartruis of visus al zonder tussenkomst van een huisarts. We worden netjes in kennis gesteld en het aantal per jaar is zeer beperkt en op één hand te tellen. Alleen bij verlengde icterus zijn de jeugdartsen hier (nog) niet in staat het laboratoriumonderzoek zélf aan te vragen en komt het verzoek binnen bij de huisarts: wrs een budget/ict probleem.

    • M.M.M. Linders

      Jeugdarts in opleiding , Sint Agatha

      Het gaat in dit artikel niet om verwijzen, maar om zelf laboratoriumonderzoek aan te vragen. We verwijzen inderdaad zelf al met verdenking coeliakie naar de kinderarts. Waar het hier om gaat is om zelf een bloedonderzoek uit te voeren. Of in het geva...l van een echo van de heupen: er draaien pilots om deze door de jeugdarts op het consultatiebureau te laten uitvoeren (dus geen verwijzing ziekenhuis meer nodig), dat zou een hoop verwijzingen schelen!

      De essentie van het artikel is niet alleen de huisarts ontlasten, maar vooral meer autonomie voor de jeugdarts en ook mogen doen waarvoor je bent opgeleid. Efficiënter werken. Daar profiteert ook de huisarts van, maar we zijn geen afvoerputje om taken over te nemen waar huisartsen geen tijd voor hebben. De juiste zorg op de juiste plek, diegene die iets signaleert kan direct overgaan tot diagnostiek en/of behandeling. Uiteraard binnen de kaders van de eigen expertise.

      • M.M.M. Linders

        Jeugdarts in opleiding , Sint Agatha

        Zie voor meer informatie over de coeliakie screening: https://www.glutenscreen.nl/

        En de echo van de heupen:
        https://jgzkennemerland.nl/ons-aanbod/er-op-tijd-bij-zijn/opsporen-dysplastische-heupontwikkeling/

  • G. Brandt Corstius

    Filosoof , Soest

    Wat mij opvalt bij de opmerkingen van de huisarts en specialist dat er niets gezegd wordt over de leeftijd van de baby.
    Onder de 4 maanden een spray en daarboven een gel of zalfje met iets anders.
    Spruw is witte vlekjes op de tong. Die meestal bin...nen 2 of 3 dagen overgaat.
    Ook de tepel van de voedende moeder kan spruw verschijnselen krijgen. Die gaan soms wel 7 dagen later weg. Tepels met een doekje en kolven en flesjes goed schoonmaken.
    Wat ik probeer te zeggen is gebruik zakelijke communicatie. Wie wat waar waarom en hoeveel?

  • G. Brandt Corstius

    Filosoof , Soest

    Een goed artikel. Ik heb zelf goede ervaringen met praktijk ondersteuners. Ik had nogal zware diabetes 2 en spier reuma. De lab aanvragen gaan via de huisarts en ook de medicatie. De bespreking gaat met de praktijk ondersteuners. Ook de fysiotherape...ut doet een duit in het zakje met uiteraard training en motivatie. Ik laat haar meelezen met de lab uitslagen. En ze adviseert Magnesium en vitamine D3. Het aantal erytrocyten is laag en het MCV is hoog. Maar niet met ijzer beginnen nu.
    Wat heeft dit met jeugdzorg te maken? Nou dat er meer mensen zijn die kunnen meedenken en doen. Uiteraard is houding en communicatie belangrijk en de huisarts is de verantwoordelijke behandelaar.
    Ik bespaar jullie mijn ervaringen met bizarre bureaucratie.

  • N. Glaser

    Huisarts

    Kanttekening: bij spruw (orale candiasis) geen zalf starten maar een suspensie te weten nystatine. Zalf geeft meer risico op verslikking.

    Verder uiteraard goed idee om jeugdartsen meer autonomie te geven op dit gebied.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.