Begrafenissen delven het onderspit
Plaats een reactieAfgelopen week had ik een begrafenis. Van mijn oom. Ik zag hem niet zo vaak, maar het was wel mijn peetoom. Ik had al gehoopt dat de uitvaart op mijn vrije middag zou vallen want de poli’s waren allang gevuld en je kan moeilijk 26 patiënten afbellen.
Mijn hoop kwam uit. Het was een mooie dag. De hele familie was er, zijn leven werd herdacht en emoties werden gedeeld. Mijn tante, net gepensioneerd als lerares, was oprecht blij dat ik er was en na afloop werd met een klein groepje genodigden spontaan nog wat gegeten en nagepraat.
Vol liefdevolle herinneringen reed ik naar huis, tot het begon te knagen. Hoe vaak hebben wij het in de praktijk over afscheid nemen, waardig sterven en kwaliteit van leven? Vriendinnen van mij hebben ouders verloren. Nooit was ik erbij. Oude tantes en alleenstaande ooms: de rest van de familie nam de honneurs waar. Overleden schoonfamilie: of hij het erg vond om alleen te gaan. Wat vroeger al begon met ‘verplichte werkgroep’ is nu steevast ‘patiëntenzorg’. Voor bruiloften maak je je vrij maar begrafenissen delven vanwege het onplanbare karakter altijd het onderspit.
Mijn vrienden waren een paar jaar geleden wel bij het verlies van míjn naaste. Het was bijzonder dat ze mij in die rouw hebben gezien, hebben ondersteund en de dag in hun herinnering hebben, ongeacht of ze mijn dierbare hadden gekend of niet.
Goed afscheid nemen en rouw kunnen delen is voor mij ook als mens achter de dokter onderdeel van kwaliteit van leven. De volgende keer dat een zwart omlijste envelop op de mat valt weet ik wat mij te doen staat: ik zie mijn patiënten wel op mijn vrije middag.
Na een paar dagen bezinning vroeg ik me ineens af waarom er geen (tot voor kort) collega’s van mijn tante op de uitvaart waren geweest. Tot ik besefte: het onderwijs. Je kan moeilijk 26 kinderen afbellen.
Mechteld Vermeulen
internist, CWZ Nijmegen
Meer praktijkperikelen
- Er zijn nog geen reacties