Parkeren moet je leren
1 reactieIk heb een prachtig bijbaantje. Ik mag mentor zijn van een aantal coassistenten. Vanaf de eerste prille schreden in hun witte jas, mag ik soms hun hand vasthouden en ze vanaf de zijlijn aanmoedigen. Het is alsof ik een bloemzaadje in een glazen potje met aarde heb gekregen dat ik af en toe water mag geven en waarbij ik mag aanschouwen hoe het eerste groene sprietje uitgroeit tot een mooie krachtige bloem.
Fantastisch om zo nog weer het hele proces van coschappen te mogen aanschouwen: de spannende start, de onzekerheid, de schermutselingen, de verbazing, het eerste onrecht, de worsteling met de privébalans, de bureaucratische administratieve kant, de tegenvallers maar ook de vele mooie momenten.
Regelmatig krijg ik herinneringen terug uit mijn eigen coschaptijd. O ja, zo was dat. Patiëntencasussen die veel indruk hebben gemaakt. Het blauwe kind met laryngospasme bij een bronchoscopie, de sectio van een baby van nog geen 500 gram bij een vrouw met ernstige pre-eclampsie, het huisbezoek bij een terminale patiënte met vrijwel onverzorgbare doorligplekken. Die keer dat ik na de middagoverdracht ben meegegaan naar een multiorgaandonorprocedure en heb mogen aanschouwen hoe uit één mens zeven levens gered zouden worden en ik als bonus mijn eerste appendectomie heb mogen doen (als co!) omdat we stonden te wachten op een volgende transplantatiechirurg die ook een orgaan zou meenemen naar een volgende bestemming. Ik zie het zo allemaal weer voor me.
En natuurlijk herinner ik me ook de nachtelijke onrust bij mezelf als ik een spannende casus had gehad overdag en ongelooflijk benieuwd was hoe dit af zou lopen. Of ik het juiste nietpluisgevoel had gehad, of juist een foutief welpluisgevoel. Ik kon niet wachten om de volgende dag weer informatie over die patiënt op te zoeken over het verdere beloop. Gelukkig voor mij was dat nog in de tijd van papieren statussen en brievenpost, waardoor ik nog niet de neiging om om 4 uur ’s nachts in te loggen hoefde te onderdrukken. Ik zie die worsteling ook bij mijn zeer betrokken mentorco’s. Bij de zelfreflectie in hun portfolio’s lees ik regelmatig terug dat ze meer moeten leren ‘los te laten’.
Maar daar wringt de schoen voor mij een beetje. Ik vind die betrokkenheid juist prachtig. Het moet natuurlijk niet hun leven beheersen op elk moment van de dag en zeker niet ’s nachts. Maar ze moeten in mijn optiek alleen leren het te parkeren: nu even niet! Zodra het buiten je cirkel van invloed is, parkeren die handel, morgen of maandag weer een dag. Tja, mijn mentorco’s zitten nu in de groeifase: parkeren moet je leren. Een expertise waarbij we denk ik allemaal weleens een terugval hebben.
M. Hofkamp
kinderarts n.p.
Het zou mooi zijn als ook specialisten een probleem waar ze nu niet uitkomen bij een patiënt, leren 'parkeren' in plaats van "We weten het niet mevrouw, jammer, misschien ooit tot ziens". Dit parkeren ging vroeger met een 'ruitertje' op de kaart, opd...at je af en toe nog eens kon kijken, of dat je die patiënt kon terugvinden bij nieuwe ontwikkelingen. In het digitale tijdperk kan dit nog gemakkelijker, maar veelal gebeurt dit niet. Een tekort aan betrokkenheid dat meer dan jammer is.