‘Je bent een sukkel als je als huisarts de context en betekenisgeving aan anderen overlaat’
3 reactiesBram Tjaden bespreekt met verschillende beroepsgenoten het onderwerp zingeving. Dit keer is Pieter Barnhoorn, huisarts, seksuoloog, docent en onderzoeker aan het LUMC aan het woord. Wat zijn zijn gedachten als het over zingeving gaat?
‘Consulten in de huisartsenpraktijk kunnen makkelijk aan de oppervlakte blijven. Patiënt en dokter zoeken naar problemen en diagnoses. Met het idee dat problemen op te lossen zijn en diagnoses therapie behoeven. Volop repareren. Je kunt dat de “medical gaze” noemen. Maar daarmee kun je niet iedereen helpen en bovendien zie je dan ook niet het hele plaatje. Zeker bij mensen die je als dokter al langer kent is het vruchtbaar de zingevingsdimensie erbij te betrekken. Wat dat nou precies is wordt duidelijk als je een van de mooiste zinnen uit de Nederlandse literatuur tot je laat doordringen. Die laatste zin uit De avonden van G.K. van het Reve: “Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.”
Dieper niveau
Zien en gezien worden, daar gaat het om. Ik herinner me een consult met een man die vertelt niet zo lekker te gaan. Snel pak, legt zijn autosleutels van een duur Duits merk op tafel en vertelt over zijn ontzettend belangrijke baan. Zijn vraag is of hij geen verborgen ADHD heeft. Of autisme, of zit ik tegen een burn-out aan? Als je dan vraagt of het goed is om samen met hem te kijken naar wat er op een dieper niveau speelt, dan blijkt dat deze man eigenlijk een zingevingsprobleem heeft, dat hij voor hem belangrijke waardes als vrijheid, verbinding en zorgzaamheid in zijn (werk)leven mist.
Gemiste kans
Tijdens een bezoek aan het ziekenhuis ondervond ik zelf deze “medical gaze”. Toen ik de dokter daar liet weten angstig te zijn voor de ingreep, ging deze daar nauwelijks op in. Dat maakt me verdrietig, het is een gemiste kans, voor de patiënt, maar ook voor de dokter. Want diens dag wordt er ook beter van als hij echt contact heeft met de patiënt, het geeft het werk zin en diepgang. Als zoon van een predikant moet ik overigens wel oppassen dat ik niet te drammerig word, te gedreven op zoek naar die diepgang.
Jezelf tekort doen
Bij zingeving staat de vraag centraal: wat is voor jou als patiënt belangrijk en van waarde? Die vraag moeten we niet bewaren voor de palliatieve fase, die vraag hoort in elk consult thuis vind ik. En je bent een sukkel als je als huisarts de context en betekenisgeving met alle mooie dingen die daarmee verbonden zijn overlaat aan de POH-ggz. Want dan doe je niet alleen de patiënt maar vooral jezelf tekort, het werk wordt er zoveel boeiender en interessanter door. Bovendien, ik schat dat 90 procent van wat we als huisartsen naar de ggz sturen geen psychiatrische problemen maar betekenisgevingsproblemen zijn.
De ziel
Dit uitgangspunt resoneert wel enigszins in de medische opleiding aan het LUMC. Al kom ik daar ook nog wel onbegrip en weerstand tegen. Veel ziekenhuisspecialisten vinden zingeving maar vaag. Ik vertelde laatst een collega in het ziekenhuis dat ik zo’n goed gesprek had gehad met een patiënt met burn-outklachten waarbij ik deze vroeg of de ziel er soms uit was en de patiënt dat volmondig beaamde. De collega reageerde geprikkeld op mijn verhaal en stelde met stemverheffing: “Het woord ziel hoort niet in de spreekkamer thuis!” Ik vind dat raar, het gaat er juist om dat ik als dokter samen met de patiënt een taal vind om af te kunnen steken naar de diepte.
Minder verdienen
Misschien zijn dokters ook wel een beetje bang om naar de zingevingskern van een probleem te gaan. Want dan verlaten we de veilige haven van onze medische deskundigheid en identiteit. De patiënt ervaart dit terrein ook als nieuw en spannend. Zo zijn dokter en patiënt samen grensoverschrijdend.
Natuurlijk heb je meer tijd nodig als je zo aan het werk gaat. En ons hele zorgsysteem is hier niet op gericht en moet anders georganiseerd worden. Maar moet je daar als dokter op gaan zitten wachten? Nee toch? Misschien moet je er dan voor kiezen dat je minder mensen ziet en dus wat minder verdient. Is dat zo erg? Je krijgt er toch heel veel voldoening en vervulling voor terug?
Ambassadeur
Het is mijn droom dat zingeving een domein wordt binnen de hele gezondheidszorg en niet alleen in de palliatieve fase. Daar wordt onze zorg beter en gezonder door. Daarom ben ik ambassadeur zingeving vanuit de Kenniswerkplaats Zingeving. In dat netwerk stellen we elkaar de vraag: hoe zorg jij dat er in jouw organisatie aandacht is voor zingeving?’
G. Kranenburg
Huisarts, Ulft
Ook ik haal veel voldoening uit dit soort gesprekken over zingeving met mijn patiënten. Toch vind ik de boodschap, en zeker de nogal ongenuanceerde quote die als titel is gekozen niet passend bij wat in mijn ogen modern huisartsschap zou moeten zijn.... Waarom zou je je team en andere zorgverleners (inclusief assistenten, poh-ggz, coassistenten, AIOS, thuiszorgmedewerkers, de fysiotherapeut) in vredesnaam het genot van dit soort zinvolle gesprekken ontzien? Vervolgens kun je het hier samen over hebben en zo het werkplezier te vergroten. Mag een patiënt ook gemakkelijker dit soort gesprekken met een andere zorgverlener dan zijn vaste huisarts kunnen voeren? De norm van een soort grenzeloze Messias lijkt mij totaal niet passend bij deze tijd en bovendien lijkt me dit jonge huisartsen eerder af te schrikken dan te enthousiasmeren.
[Reactie gewijzigd door Kranenburg, Guido op 03-10-2024 14:50]
E.E. ten Berge
Bedrijfsarts, eelde
Op de 3e dag van mijn eerste baan in de chirurgie, op de EHBO, 1988, vroeg ik een man met een gebroken been niet 'wat is er stuk', maar 'waarom moest het stuk'. Even dacht ik dat ik me versprak. De man vertelde me blij te zijn met zo'n duidelijke vr...aag , en gaf antwoord. Hij vertelde hoe hij vast was gelopen in werk en thuis. Dat het vervelend was dat zijn been in het gips moest, maar dat hij zo ook tijd kreeg om andere zaken op te lossen.
Daarna heb ik altijd gevraagd bij een medische tegenvaller of degene die het betrof ook een idee had waarom dit nu gebeurde. Dan kon ik samen met hem of haar het medische aanpakken maar ook mee-denken danwel mee-helpen bij het 'oplossen van het andere'.
De opleidende chirurgen vonden het prima; het 'meer sporen beleid' zoals zij dit noemden, gaf sneller herstel en kortere opnameduur.
A.T. Veenema
Verslavingsarts
Prachtig! In het begin van mijn carrière werd ik door een collega, psycholoog, op de vingers getikt dat ik in het consult met een gezamenlijke patiënt de diepte in was gegaan. Zij vond dat niet mijn taak, ik moest me alleen met de medische kant bezig...houden en verder mijn mond houden. Gelukkig heb ik dit nooit gedaan, waardoor ik nog steeds met veel plezier naar mijn werk ga. Zinvol voor mijn patiënten én zinvol voor mij!