‘Dat doen we hier nooit zo’
Plaats een reactieEindelijk! Na de bachelor mocht ik beginnen met coschappen en voor het eerst de kliniek in. Mijn eerste coschap was interne geneeskunde. Alles boeide me, en vers uit de collegebanken wilde ik mijn theoretische kennis zo goed mogelijk in de praktijk brengen.
Een van mijn eerste patiënten had een hardnekkige longontsteking, waar hij maar niet van leek op te knappen. ‘Waarom doen we niet een sputumkweek?’ vroeg ik aan de infectioloog en de aios interne. Hun reactie was terughoudend: ze hadden er vaak weinig vertrouwen in, omdat patiënten eerder slijm in plaats van sputum opsturen. Mijn taak voor de dag was duidelijk: goed sputum verkrijgen van deze patiënt.
Na instructie en overleg met de patiënt, was ik tevreden met het resultaat. En verrek, een paar dagen later kwam er een telefoontje van de microbioloog: legionella. De sneltest en de PCR hadden deze bacterie niet opgespoord, maar nu hadden we hem toch gevonden. De patiënt kreeg de juiste antibiotica, knapte snel op en kon daardoor eerder naar huis.
Tijdens mijn coschappen merkte ik echter steeds vaker dat mijn enthousiasme voor op theorie gebaseerde ideeën regelmatig werd afgeremd. ‘Duurt lang’, ‘te duur’, of ‘dat doen we hier nooit zo’ waren reacties die ik vaak hoorde. Begrijpelijk, want in de praktijk moet je keuzes maken en hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. Dit heeft me geleerd om de vertaalslag van theorie naar praktijk te maken en kritisch te kijken naar wat écht nodig is.
Nu ben ik basisarts, klaar om het werk te doen waarvoor ik de afgelopen jaren ben opgeleid. Waar ik als coassistent soms teleurgesteld was wanneer mijn enthousiasme werd afgeremd, ben ik nu juist trots op mijn ontwikkeling en voel ik een nieuw soort enthousiasme. De bachelor voelt als een ver verleden, maar één les neem ik voor altijd mee: blijf vragen stellen, blijf leren, en blijf nieuwsgierig.
Ook van Sanne Jonker- Er zijn nog geen reacties