Feces en flatus of toch liever gewoon poep en scheet?
3 reactiesAls kersvers eerstejaars geneeskundestudentje nam ik me één ding voor: om altijd in ‘gewoon’ Nederlands tegen mijn patiënten te blijven praten en niet te verzanden in medisch jargon. Waarschijnlijk kwam dit voornemen destijds voort uit het nog niet begrijpen en beheersen van dit jargon, maar het blijft een nobel streven.
Nu, inmiddels zes jaar later, sta ik nog steeds achter mijn punt: blijf praten in een taal die de patiënt begrijpt. Dat gaat me tegenwoordig soms nog lastiger af dan ik op voorhand had gedacht, omdat ik het zicht op wat jargon is en wat ‘normaal’ Nederlands is een beetje ben kwijtgeraakt. Het versimpelen naar normaal Nederlands resulteert soms in een blik van de patiënt van ‘ik ben dan wel geen dokter maar niet achterlijk’ of vragen in de trant van ‘Mam, is thorax een normaal Nederlands woord of moet ik borstkas zeggen?’
Tegelijkertijd blijft ook voor mij het jargon van de specialisten een dagelijkse struggle op coschap. Op elke afdeling hebben ze voor elke poep en scheet (feces en flatus) weer een andere term, termen die ik allemaal in vijf weken tijd moet leren beheersen om die vervolgens bij het volgende coschap nooit meer te gebruiken. Moet het nou daadwerkelijk een doel van coschappen zijn om al het jargon van de afdeling te leren als je drie weken later weer ergens anders staat en je datzelfde jargon niet eens bij de patiënt kunt gebruiken? Soms vraag ik me dat een beetje af.
Het enige moment waarop mijn brede jargonkennis van pas kwam, was toen de kinderarts een afkorting uit de brief van de chirurg niet begreep. Terugdenkend aan alle momenten dat ik me met vallen en opstaan door al de chirurgieafkortingen heen worstelde, vertelde ik vol trots waar de afkorting voor stond. Toch handig zo’n coassistent die al die afkortingen heeft moeten leren. Maar wat nog handiger zou zijn, is als we allemaal zouden praten in een taal die de ander ook begrijpt, inclusief de patiënt.
Meer van Roos Kuiper
F.B. van de Weg
Revalidatiearts, Goes
Het wordt nog een tikje ingewikkelder als we het over seksuele omgang hebben. Van mijn eerste opleider (Angenot, geweldige vent trouwens) leerde ik dat hier structureel naar vragen, er gewoon bij hoort. Poepen en plassen vergeet je ook niet (tenzij j...e, bijvoorbeeld, oogarts bent…Mijn opleider stelde wel altijd dezelfde vraag: “ hoe gaat het met het neuken?”.
Ik heb dat zelf maar een beetje aan de tijdgeest aangepast (…) en vraag meestal of er nog vragen of opmerkingen zijn “in de intieme omgang”. En daarna vraag ik natuurlijk door. Maar misschien is die omschrijving weer wat te omfloerst. Na al die jaren ben ik er ook nog niet echt een ster in. Wat vinden jullie, collega’s? Nog tips, iemand?
M.D. Oosterhoff
Psychiater, Thesinge
Tip: Zijn er nog problemen wat betreft seks
M.D. Oosterhoff
Psychiater, Thesinge
Er is een website IshetB1? waarop je kunt zien of een woord in het algemeen begrepen wordt. Faeces en flatus zaten nog niet in hun bestand. Dan kun je er wel zeker van zijn dat die woorden niet B1 zijn en door veel mensen niet begrepen worden. Poep ...en scheet zijn beslist B1!