Gesloten postcovidklinieken gaan weer open

Het Maastricht UMC+, Erasmus MC en het Amsterdam UMC zijn de eerste umc’s die starten met de postcovidexpertisecentra. De bedoeling is dat ze binnen enkele weken ‘starten met de eerste opzet’. Dat schrijft de demissionair minister van VWS in een brief aan de Tweede Kamer.

De andere umc’s volgen binnen enkele maanden. Door klein te beginnen, met de drie centra, is de bedoeling om ‘snelheid te behalen en flexibel te kunnen bijsturen’, schrijft voormalig demissionair minister Pia Dijkstra. De bedoeling is dat er op een gegeven moment een landelijk dekkend expertisenetwerk is, ‘waarin opgedane ervaring en kennis de patiënt zo snel mogelijk vinden.’

De umc’s zullen nauw samenwerken met het Post-Covid Netwerk Nederland dat het onderzoek naar postcovid coördineert, zodat de kennis over het nieuwe ziektebeeld zo snel mogelijk de patiënt bereikt. Vorige week werd door dat netwerk een onlineportaal gelanceerd waar postcovidpatiënten zich voor onderzoek kunnen aanmelden. Eerder gaf Dijkstra aan dat gekozen is voor de umc’s om de expertisecentra te ontwikkelen omdat zij de meeste ervaring hebben met onderzoek doen naar nieuwe ziektebeelden. In de Kamerbrief staat benadrukt dat de umc’s ook moeten onderzoeken hoe ziekenhuizen in de provincies die hard getroffen zijn, zoals Noord-Brabant, hierin ook een plek kunnen krijgen. Zo heeft ziekenhuis Bernhoven al aangegeven met een kliniek te willen beginnen.

Financiering

Voor de expertisecentra werd eerder dit jaar 27 miljoen euro door het kabinet vrijgemaakt. Onder meer het Erasmus MC en het Amsterdam UMC stopten juist eerder dit jaar met de klinieken, wegens onvoldoende financiering.

De Federatie Medisch Specialisten is momenteel bezig met het ontwikkelen van een zorgpad voor de begeleiding en behandeling van kinderen en volwassenen met postcovid, schrijft Dijkstra. Het Zorginstituut en de zorgverzekeraars bekijken of dat zorgpad vergoed kan worden. De bedoeling is dat daar een ‘prestatiebeschrijving’ uit volgt, waardoor onder meer de extra tijd in de spreekkamer, extra collegiaal overleg en de begeleiding van de patiënten bekostigd kunnen gaan worden.