‘Extreme’ toename intra-uteriene transfusies door parvovirus B19
Plaats een reactieHet LUMC ziet een ‘extreme’ toename van het aantal zwangere vrouwen dat een intra-uteriene transfusie ondergaat vanwege complicaties na een besmetting met het parvovirus B19. In 2024 waren dat al dertien vrouwen, van wie de laatste vier in de afgelopen anderhalve week, terwijl slechts een paar per jaar gangbaar is.
Dat zegt Monique Haak, gynaecoloog-perinatoloog en foetaal chirurg. Gerekend vanaf het begin van het laatste kwartaal van 2023 tot nu gaat het om negentien vrouwen. Zo’n piek kwam in de afgelopen dertig jaar niet voor, blijkt uit een recente publicatie in Scientific Reports. ‘Ik hoop dat het niet erger wordt dan we het nu hebben.’
De vijfde ziekte
Sinds begin 2024 stijgt het aantal besmettingen met het parvovirus B19 in Nederland en Europa, melden het RIVM en Nivel. Volgens het RIVM komt dat waarschijnlijk doordat er minder besmettingen optraden tijdens de coronalockdowns. Dat blijkt eveneens uit de screening van bloeddonoren.
De vijfde ziekte, zoals een besmetting met dit virus heet, is een relatief onschuldige kinderziekte, maar als een vrouw die tijdens de eerste helft van de zwangerschap voor het eerst oploopt, bestaat er een klein risico op complicaties bij de foetus. Zo’n 60-70 procent van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd heeft de ziekte ooit doorgemaakt.
Risico
‘Bewustwording dat een besmetting bij zwangere vrouwen gevaarlijk kan zijn’, is volgens Haak ‘belangrijk’. Hierdoor kunnen vrouwen met klachten getest worden en bij een positieve uitslag gemonitord worden. ‘Zodat we er op tijd bij zijn en die foetussen niet zo enorm hydropisch worden. De Hb’s die wij bij deze foetussen zien, zijn nooit hoger dan 2. Dat is echt veel te laag.’ Hoewel de transfusies meestal slagen, bestaat er een risico van zo’n 10 procent op verlies van de zwangerschap.
Late diagnose
‘Het overgrote deel van de vrouwen is op het moment dat het herkend wordt snel bij ons, maar een klein deel niet.’ Daarbij benadrukt ze dat onder meer echoscopisten en huisartsen een late diagnose niet te verwijten valt. ‘Echoscopisten zien zo’n beeld hooguit één keer in hun carrière. Iets dat je nooit eerder hebt gezien, is moeilijk te herkennen.’
Eerder informeerde het LUMC, dat als enige intra-uteriene transfusies in Nederland uitvoert, de gynaecologen al over de stijging.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties