Aanbrengen nieuwe hartklep verbeterd 

Een deel van de percutane hartklepimplantatie (TAVI) kan beter via de slagader in de pols plaatsvinden in plaats van via de slagader in de lies. Dat leidt tot minder bloedingen, zo blijkt uit onderzoek door Geert Versteeg e.a. (Radboudumc) gepubliceerd in JAMA Network Open.

Gebruikelijk is dat de slagader in de ene lies wordt gebruikt om de hartklep in te brengen. De slagader in de andere lies is dan voor de contrastvloeistof, waarmee de aorta goed zichtbaar wordt en de klep nauwkeurig naar de goede plek kan worden genavigeerd.  

Bekend is dat bloedingen en vasculaire complicaties na TAVI samengaan met slechtere klinische uitkomsten. Een reeks observationele studies liet een mogelijke vermindering van die bloedingen zien als de ingreep deels via de polsslagader verloopt, een werkwijze die voor percutane coronaire interventie (PCI) de aanbevolen strategie is, juist vanwege een lager aantal bloedingen en vasculaire complicaties. 

In een multicenter-RCT (n = 238) vergeleken de Nijmeegse onderzoekers daarom de ‘traditionele’ methode met een nieuwe waarbij ze de hartklep via de liesslagader inbrachten en de contrastvloeistof via de polsslagader. Tijdens een TAVI-procedure krijgen patiënten ook een tijdelijke pacemaker. Ook daarvoor wordt standaard een bloedvat in de lies gebruikt. De patiënten die de contrastvloeistof via de pols kregen, kregen deze pacemaker nu via een bloedvat in de bovenarm. 

Het resultaat: klinisch relevante bloedingen kwamen minder voor bij de nieuwe aanpak, namelijk bij 25 van de 119 patiënten die de nieuwe TAVI-procedure ondergingen versus 41 van de 119 patiënten met de gangbare ingreep. De nieuwe methodiek verdient dus, aldus de onderzoekers, de voorkeur boven de bestaande.  

DOI: 10.1001/jamanetworkopen.2024.38578.