Met eigen focusklinieken hopen ziekenhuizen de zorgconsument (terug) te lokken
2 reactiesZiekenhuizen zeggen planbare niet-complexe zorg nodig te hebben om dure zorg, zoals 24/7-spoedzorg, te kunnen blijven bieden, maar zelfstandige behandelcentra trekken steeds meer laagcomplexe zorg naar zich toe. Daarom richten ziekenhuizen nu zelf focusklinieken op.
Het Deventer Ziekenhuis opende begin maart de Salland Kliniek voor planbare niet-complexe zorg. Afgelopen zomer deed het Diaconessenhuis hetzelfde met de Diak Clinic. Een snelle Google-zoektocht leert dat nog twee ziekenhuizen rond die tijd met een eigenmerkfocuskliniek zijn gestart. Verder zag Rijnstate Clinics al in 2021 het levenslicht. Dit zijn klinieken met kenmerken van een zelfstandig behandelcentrum (zbc), die onderdeel zijn van een ziekenhuis.
Concurrentie
De oprichting van de Salland Kliniek was ‘een keuze omwille van de toegankelijkheid van zorg voor alle mensen in onze regio’, zegt bedrijfskundig manager Michiel Dijkman, ‘maar de facto levert dat natuurlijk ook concurrentie met zbc’s op’.
De planbare niet-complexe zorg is een groeimarkt waar vooralsnog vooral zbc’s van profiteren. Zo staat op de website van Diak Clinic: ‘We hebben in het IZA afgesproken dat er beperkt of geen groei plaatsvindt in de Nederlandse zorg. De ziekenhuizen zien echter dat er steeds meer zbc’s komen.’ In Zorgvisie zegt de oud-bestuursvoorzitter van Rijnstate Clinics iets soortgelijks: ‘Met lede ogen zagen we de zbc’s in onze regio harder groeien.’ Dijkman: Je ziet dat de zbc’s in omvang en volume toenemen’. Die aanwas ‘moet ergens vandaan komen’. Deels komt dat door een verschuiving van laagcomplexe zorg van ziekenhuizen naar zbc’s, maar ook demografische veranderingen spelen een rol, zoals vergrijzing.
Inmiddels gaat 6 procent van het totale medisch-specialistische budget in Nederland naar zbc’s, laat een woordvoerder van ZKN weten, de belangenbehartiger van zbc’s.
Lokroep
Beide factoren hebben gevolgen. Zo zien coassistenten en aiossen steeds minder eenvoudige diagnosen en ingrepen tijdens hun opleiding, die zich in het ziekenhuis afspeelt. Patiënten met postoperatieve complicaties belanden op het bordje van de huisarts – en/of het ziekenhuis – als een zbc de spoedzorg buiten kantoortijd niet goed heeft geregeld. Ook zijn comorbiditeit en/of een hoge leeftijd meestal een afwijzingsreden voor zbc’s waardoor die patiënten alleen bij het ziekenhuis terechtkunnen.
Op die tekortkomingen spelen ziekenhuizen met hun eigenmerkfocusklinieken in. Op de websites staan lokroepen die allemaal grotendeels neerkomen op: de snelheid van een zbc en de kwaliteit en veiligheid van een ziekenhuis. ‘Er is een groep mensen die zich breed oriënteert en gevoelig is voor de indruk dat ze in een zbc beter af zijn’, zegt Dijkman. Volgens hem is dat ‘sentiment’ onterecht. ‘Bij een topklinisch ziekenhuis als het onze, kun je ook voor die focuszorg terecht. Misschien wel beter dan bij een zbc als we kijken naar het totale pakket.’ Hij wijst er onder meer op dat de Salland Kliniek complexere patiënten in behandeling neemt dan zbc’s omdat andere specialismen eenvoudig in consult gevraagd kunnen worden. De kliniek zit immers in het ziekenhuis.
Herkenbaar
Overigens wekt het woord ‘kliniek’ de indruk dat het om een fysiek apart gebouw gaat. Dat is niet zo. Zowel de Salland Kliniek als de Diak Clinic heeft een eigen website en bestaat uit een ‘herkenbare ontvangsthal’ met een polikliniek. Verder maken de klinieken gebruik van ziekenhuisfaciliteiten, zoals ok’s, en ziekenhuispersoneel.
Bestuurlijk en financieel valt de Salland Kliniek onder het ziekenhuis. ‘We hebben geen aparte entiteit opgericht’, zoals een bv. Dat geldt ook voor de Diak Clinic, laat een woordvoerder weten. De Salland Kliniek richt zich vooralsnog alleen op orthopedische klachten. Het is de bedoeling dat hier andere specialismen bij komen. De Diak Clinic behandelt al een groter scala aan klachten, onder andere kno- en oogproblemen, artrose en liesbreuken. Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) laat weten dat die belangenbehartiger niet bijhoudt hoeveel ziekenhuizen een eigen focuskliniek hebben.
Andere aansturing
‘Ik snap dat ziekenhuizen met scheve ogen naar de zbc’s kijken’, zegt Bart Berden, ziekenhuisbestuurder (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, ETZ) en hoogleraar organisatieontwikkeling van zorg (Radboud Universiteit). De zbc’s hebben hun werkwijze verfijnd waardoor ze snel en efficiënt een beperkt aantal aandoeningen kunnen behandelen. ‘Maar hierbij halen ze de krenten uit de pap’, want zbc’s richten zich op de fitte patiënt. Dat is ‘unfaire concurrentie’. Toch ziet Berden deze eigenmerkfocusklinieken niet als dé oplossing.
‘Het ziekenhuis is een verzamelgebouw van verschillende bedrijven en verdienmodellen’, zegt Berden, die hierbij verwijst naar de theorie van Clay Christensen – schrijver van het boek The Innovator’s Prescription. Ziekenhuizen werken met een ‘complexe poort waar triage en het stellen van de juiste diagnose de kern is’, terwijl zbc’s werken met een ‘productieafdeling waar het efficiënt en effectief uitvoeren van verrichtingen centraal staat’.
De werkwijze van de zbc’s vereist volgens hem een ‘zeer directieve aansturing en zakelijke aanpak’. ‘Daar zijn wij in de ziekenhuizen niet zo goed in’. Bewijs hiervoor is volgens hem te vinden in het verleden. ‘In het eerste decennium van deze eeuw’ initieerden verschillende ziekenhuizen, waaronder het ETZ, ook dergelijke klinieken en ‘die bestaan niet meer’.
‘Vreedzame co-existentie’
Daarom pleit Berden ervoor dat iedere partij datgene doet waar die goed in is, ‘maar laten we dan wel een reële tarifering afspreken voor de zorg die ziekenhuizen leveren, want die is van een andere complexiteit’. Dat is ook het weerwoord van Dijkman op de kritiek dat ziekenhuizen hun schaarse middelen en personeel niet in moeten zetten voor zorg die zbc’s eveneens kunnen leveren. ‘Een spoedpost in de lucht houden, artsen en verpleegkundigen opleiden’, dat kost geld, ‘dus als je een ziekenhuis als het onze uit gaat kleden door de laagcomplexe zorg te verplaatsen, dan moet je nadenken over de financiering van wat er overblijft’.
Berden: ‘Bovendien moeten we ook de cao’s zodanig op elkaar afstemmen dat we geen medewerkers bij elkaar wegkopen met gunstige arbeidsvoorwaarden, in geld of dienstbelasting’. Dan is ‘een soort vreedzame co-existentie’ mogelijk.
Alternatief
Naast tarifering is samenwerking een ander alternatief voor een eigenmerkfocuskliniek. Uit een recent rapport over een regulier toezichtsbezoek van de IGJ aan het Rijnstate ziekenhuis blijkt dat het hierover met nabijgelegen zbc’s heeft gesproken. ‘Het ziekenhuis heeft oriënterend gesproken met zbc’s over de inrichting van zorg in de regio. Daarbij gaat bij het ziekenhuis de voorkeur uit naar het gebruiken van de faciliteiten van de zbc’s in plaats van het overdragen van zorgvragen’. Vanwege meerdere bezwaren tegen een van beide opties, onder andere ‘ten aanzien van de opleiding en in het kader van passende zorg’, koos het ervoor om Rijnstate Clinics op te richten.
Dijkman geeft desgevraagd aan dat het Deventer Ziekenhuis een dergelijke samenwerking niet heeft overwogen. ‘In onze regio hebben we geen geschikte partijen. Maar eerlijk gezegd verwacht ik ook dat het tot onverenigbare uitgangspunten leidt’. Hierbij doelt hij op het belang van aandeelhouders bij zbc’s enerzijds – ‘dividend en waardetoename van aandelen’ – en de kwaliteit van zorg en het opleidingsklimaat anderzijds. ‘Die twee schuren langs elkaar heen’.
Reactie ZKN
Pikken zbc’s de krenten uit de pap? Niet volgens ZKN. ‘De verklaring voor het verschil in patiëntpopulatie tussen klinieken en ziekenhuizen is simpelweg dat klinieken de complexe patiënt (ASA-3 en 4) niet onder narcose mogen brengen omdat daar een ic-achterwacht voor vereist is’, laat de woordvoerder weten. ‘Klinieken opereren daarom op basis van kwaliteit en veiligheidseisen alleen ASA-1- en ASA-2-patiënten onder narcose. Wel worden ook patiënten met ASA-3 en 4 gediagnosticeerd en behandeld door klinieken indien geen narcose nodig is’.
Volgens Berden is het nodig dat ziekenhuizen en zbc’s de cao’s ‘afstemmen’ zodat ‘we geen medewerkers bij elkaar wegkopen met gunstige arbeidsvoorwaarden, in geld of dienstbelasting’. Volgens de ZKN-woordvoerder ‘verdient’ de uitspraak ‘nuancering. ‘We zien juist dat de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden tussen de cao’s niet of nauwelijks uiteenlopen. We willen niet concurreren door middel van cao-afspraken’. Bovendien is het ‘verschil tussen het aantal medewerkers dat van ziekenhuizen naar klinieken gaan, en van klinieken naar ziekenhuizen op het totaal van 300 duizend medewerkers in de MSZ (medisch specialistische zorg, red.) marginaal’, aldus de woordvoerder.
Eigenmerkfocusklinieken of andere tarifering?
‘Het apart inrichten van niet-complexe zorg in een aparte focuskliniek kan een organisatorische keuze zijn van individuele ziekenhuizen. De NVZ vindt het belangrijk dat ziekenhuizen een organisatievorm kiezen die het beste bij hen past’, laat een woordvoerder weten. ‘Met het oog op het in stand houden van de basisinfrastructuur, maar ook het bevorderen van regionale samenwerking, digitalisering en het leveren van zorg in een netwerkverband, pleit de NVZ al langer voor een andere, passende bekostiging. Voor acute zorg gaat het dan om een bekostiging op basis van beschikbaarheid en voor de overige zorg is meer congruent handelen van zorgverzekeraars en het belonen van passende zorg in elk geval essentieel.’
ZKN laat weten ‘voorstander’ te zijn van ‘differentiatie in de zorg’. De medisch-specialistische zorg ‘kan gedifferentieerd worden in acute, electieve en chronische zorg. Het is van vele factoren afhankelijk – infrastructuur, personeel, et cetera – hoe wenselijk het is om die patiëntenstromen te combineren of van elkaar te scheiden. Electieve zorg is goed planbaar en kan dus in principe het beste apart georganiseerd worden. Dit vergroot de toegankelijkheid, kwaliteit en efficiency. Hierbij is het van belang dat ook de financiering gedifferentieerd wordt zodat deze beweging naar passende zorg binnen passende organisaties ook bevorderd wordt’.
Lees ook
W.J. Duits
Bedrijfsarts, Houten
Het is een heel interessant artikel. Maar er wordt hier een hele belangrijke denkfout gemaakt. Als de zorg van de "snelle planbare zorg" naar het ziekenhuis terug wordt gebracht, dan zal ook die capaciteit daar naartoe moeten. Op zich ook geen proble...em als het budget ook meekomt. Ook kan op die wijze "snel geld" worden verdient in de ziekenhuizen, waardoor ze waarschijnlijk een beter verdienmodel krijgen om ook de complexere zorg te kunnen bekostigen.
Vanuit maatschappelijke blik is het misschien wel een grote bezuiniging, al die zbc's hebben ook hun eigen aansturing, eigen boekhouding e.d., misschien is het wel veel efficiënter om deze zbc's weer terug te brengen naar het ziekenhuis. Het is misschien ook op die wijze een oplossing voor de regionale ziekenhuizen die dreigen te moeten sluiten, op die wijze kan wellicht met het zbc-model het verdienmodel er toe bijdragen dat ook de zorg regionaal beschikbaar blijft. Ook voorkomen we dat gemeenschapsgeld verdwijnt naar investeerders, terwijl de ziekenhuizen het nakijken hebben.
P.A.F. Geerts
Internist-Hematoloog
Ik zie ideologisch gezien niet het probleem van efficiënte klinieken die niet-complexe problematiek snel en goed oplossen. Dan kunnen de ziekenhuizen met al hun resources juist de complexe multi-disciplinaire problematiek op een goede manier aanpakke...n. Het probleem lijkt mij vooral financieel nu: blijkbaar dwingt het huidige verdienmodel de ziekenhuizen om niet-complexe zorg te doen om zo de broek op te houden. Dus mijns inziens kan de oplossing bij de verzekeraars liggen: beloon de complexe inzet van ziekenhuis zorg fatsoenlijk kostendekkend en maak tegelijkertijd aparte (lagere)beloningen voor de niet-complexe zorg, zodat je bij deze zorgt stimuleert om efficiënt te zijn zoals in een zbc nu al gedaan wordt. Dus helemaal eens met de ‘vreedzame coëxistentie’!
[Reactie gewijzigd door Geerts op 28-03-2024 20:51]