‘Met de finish in zicht, stortte onze droom als een kaartenhuis in elkaar’
Als een praktijkhoudend huisarts plotseling overlijdt…
2 reactiesHet was een langgekoesterde droom van aios huisartsgeneeskunde Heroo Ridha en haar vader Salah Ridha: samen zijn huisartsenpraktijk in Volendam runnen. Maar toen ging haar vader plotseling dood. Met grote emotionele, en ook organisatorische gevolgen.
‘Jarenlang heb ik keihard gewerkt met één doel voor ogen: na het afronden van mijn huisartsenopleiding samenwerken met mijn vader en op den duur de praktijk overnemen. Met de finish in zicht, op 4 oktober vorig jaar, is die droom – onze gezámenlijke droom – als een kaartenhuis in elkaar gestort’, vertelt Heroo Ridha (30) in een van de spreekkamers van de huisartsenpraktijk die haar vader, Salah Ridha (1961-2023), tien jaar lang heeft gerund.
De praktijk met ongeveer vijfduizend ingeschreven patiënten is gevestigd in een buitenwijk van Volendam, met fraai uitzicht op een molen. In het gebouw zijn onder meer ook een dependance van het Dijklander Ziekenhuis en twee andere huisartsenpraktijken gevestigd. Hier begon in 2008 de huisartsencarrière van Salah Ridha, in Irak opgeleid als anesthesioloog en in 1997 met zijn jonge gezin gevlucht naar Nederland.
Ridha: ‘Mijn vader heeft er alles aan gedaan om in Nederland weer als arts te kunnen werken. De eerste acht jaar hadden we geen verblijfsvergunning en zaten mijn ouders in spanning over de vraag of we wel in Nederland mochten blijven. Dat hebben ze voor ons echt heel goed weten te verbloemen, waardoor ik voor mijn gevoel een heel normale jeugd heb gehad. Mijn vader leerde zichzelf Nederlands met behulp van een woordenboek. Zelf sprak ik dankzij mijn oppas al snel als een geboren Volendamse het plaatselijke dialect. Terwijl we wachtten op een verblijfsvergunning, kon mijn vader beginnen met studeren. Hij moest de hele geneeskundeopleiding opnieuw doen. Hij werd daarin begeleid en financieel ondersteund door Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, maar ik denk dat het – ook qua inkomsten – een zware tijd voor mijn vader en moeder moet zijn geweest. Maar hij liet nooit merken dat hij moe was of zorgen had, daar werd niet over gepraat. Pas toen ik volwassen was, heeft hij er weleens iets over verteld. Zelf ben ik na de havo de hbo-opleiding verpleegkunde gaan doen. Doordat dat me goed afging, begon het te kriebelen om geneeskunde te gaan studeren en op den duur samen te kunnen werken met mijn vader – in Volendam, het dorp dat voor mij altijd heeft gevoeld als veilige thuishaven.’
‘Er waren helemaal geen voortekenen, hij had supernormaal spreekuur gedaan’
‘Dit kan niet goed zijn’
Ridha was ruim een jaar bezig met de huisartsenopleiding en aan het werk in een huisartsenpraktijk in Alkmaar, toen op 4 oktober rond 14.00 uur haar telefoon ging. Ze zag de naam van haar jongere broer verschijnen op het beeldscherm. ‘Ik dacht gelijk: ik móét opnemen, dit kan niet goed zijn. Hij huilde en ik kon hem niet verstaan. Ik heb hem in mijn leven twee keer eerder huilend aan de telefoon gehad, toen had hij iets gebroken. Dus ik dacht dat er nu ook zoiets was. Ik zei dat hij rustig moest doen. En toen zei hij: “Papa is dood.” Ik weet niet meer wat er toen gebeurde. Maar opeens lag ik op de vloer met een paniekaanval. Iedereen was erbij: mijn opleider, de andere huisartsen, de assistenten. Een van hen heeft me uiteindelijk naar de praktijk in Volendam gebracht. Daar lag hij. Tijdens de lunchpauze was hij verhalen aan het vertellen over zijn tijd als anesthesioloog in Irak. Op een gegeven moment stapte hij naar achteren en toen viel hij neer. Er waren helemaal geen voortekenen. Hij had supernormaal spreekuur gedaan de hele ochtend. De assistentes zijn gelijk gaan reanimeren. De anesthesiologen van de pijnpoli op dezelfde verdieping zijn er meteen bijgehaald en hebben het overgenomen. Maar het mocht niet meer baten. Het lichaam van mijn vader lag nog op de plek waar hij overleed toen ik aankwam.’
(verhaal gaat verder onder de foto)
Hem zo te zien liggen is het meest traumatische wat ik ooit heb meegemaakt’, zegt Ridha, terwijl ze in de grote ruimte achter de balie de plek op de vloer aanwijst waar haar vader lag, vlak naast de tafel waaraan de medewerkers hun pauze doorbrengen. Aan de wand hangt inmiddels als klein monument een foto van haar vader. ‘Ik kan nu eigenlijk nog steeds niet goed naar die plek kijken. Dat gevoel is nog niet gesleten. Ik blijf veel nadenken over die dag. Rationeel wéét ik dat er heel adequaat zorg is verleend op dat moment. Maar waarom is het – met zoveel professionals om hem heen – toch niet gelukt hem te reanimeren? Waarom zijn ze niet langer doorgegaan – ik weet echt wel dat het geen verschil had gemaakt, ze zíjn lang doorgegaan. Waarom moest hij nú doodgaan? En niet na een ziekbed? Dan was het óók heel moeilijk geweest, maar dan hadden we ons er nog enigszins op voor kunnen bereiden, dingen nog uit kunnen spreken. Dat soort vragen blijft door mijn hoofd spoken. Ik ben vrij snel na het overlijden weer aan het werk gegaan, ik had veel steun aan mijn opleiders. Ook heb ik hulp bij rouwverwerking gezocht en bewust momenten gepland die ik voor mezelf kon nemen.’
Draaiende houden
Nog dezelfde middag moesten er stevige knopen worden doorgehakt, vertelt Ridha. ‘Niemand verwacht natuurlijk dat een ogenschijnlijk gezonde 62-jarige plotsklaps overlijdt. We waren er dan ook helemaal niet op voorbereid. Emotioneel niet, maar ook organisatorisch niet. We moesten er gelijk over nadenken op welke manier we de praktijk voort zouden zetten in de periode dat ik nog in opleiding zou zijn en het nog niet zélf over kon nemen. Het was geen optie om vijfduizend patiënten in de kou te zetten. En om zonder slag of stoot mijn toekomstdroom op te geven. Maar we wisten helemaal niet wat daarvoor geregeld moest worden. Er was vanuit bijvoorbeeld de VvAA of de Landelijke Huisartsen Vereniging geen begeleiding. En de informatie die ze erover geven, is zeer summier. De praktijkmanager en mijn zus, die eigenlijk ergotherapeut is, hebben zich er helemaal op gestort. Zij hebben in de dagen die volgden tig telefoontjes gepleegd over dingen die geregeld moesten worden. Mijn zus doet nu nog steeds alle managementtaken die mijn vader deed. En mijn moeder – die in Irak scheikundige was, maar in Nederland huisvrouw – doet verschillende administratieve klussen. De praktijk werd op mijn moeders naam gezet; dat was, met het oog op het erfrecht, het eenvoudigst. Het was waarschijnlijk ook mogelijk geweest om de praktijk meteen op mijn naam te zetten. Maar alle beslissingen moesten zó snel worden genomen.’
‘Het is niet de bedoeling om, als een soort eerbetoon aan mijn vader, alles bij het oude te laten’
Een van de zaken die moesten worden geregeld om de praktijk draaiende te houden, was een ondernemers-AGB-code, vertelt Ridha. ‘Mijn vader werkte samen met een paar vaste waarnemers. Maar omdat hij de enige praktijkhouder was, kwam de ondernemers-AGB-code van de praktijk per direct te vervallen. Daardoor zou de praktijk geen zorg meer kunnen declareren en geen inschrijftarieven meer ontvangen. Het was onduidelijk hoe we declaraties in moesten dienen en alle partijen gaven halve informatie. Omdat ik nog huisarts in opleiding ben, was het niet mogelijk om een nieuwe AGB-code op mijn naam aan te vragen. We hebben er als tijdelijke constructie – in afstemming met de zorgverzekeraars – voor gekozen de AGB-code te gebruiken van andere huisartsenpraktijken hier in het pand, met wie we goed bevriend zijn.’
Onzekerheid
Het was een zeer overweldigende periode, die een enorme onzekerheid met zich meebracht, vertelt Ridha. ‘Vooral ook voor de vier praktijkondersteuners, de vier praktijkassistenten en de waarnemers. Maar we hebben mede dankzij hun enorme inzet de praktijk open weten te houden: al de volgende dag konden patiënten op het spreekuur terecht. Op dit moment werken we met vijf vaste waarnemers. We zitten in rustig vaarwater. De praktijk draait goed. Maar een grote stressfactor voor mij is de vraag: blijven we het redden tot ik over anderhalf jaar klaar ben met de opleiding? Dat kan me af en toe aanvliegen. Ik heb echt het gevoel dat alles opeens in elkaar kan storten, vlak voor de eindstreep. Wat als we geen waarnemers meer kunnen vinden? Dat is wat in mijn hoofd blijft spoken. Zelf ga ik de huisartsenopleiding vanaf december in deeltijd doen, zodat ik één dag in de week spreekuur kan houden hier in Volendam – onder supervisie natuurlijk – en zodoende bijna helemaal ben ingewerkt over anderhalf jaar. Daarnaast wil ik me verdiepen in de ondernemerskant van een huisartsenpraktijk en wat er allemaal komt kijken bij het praktijkhouderschap. In de eerste anderhalf jaar van de opleiding is daar nagenoeg geen aandacht aan besteed. Ik hoop dat dat later in de opleiding wel uitgebreider aan bod komt. Anders snap ik wel dat niemand eraan durft te beginnen.’
Moderniseren
Inmiddels heeft Ridha zich er een beetje bij neer kunnen leggen dat ze de praktijk niet met haar vader samen kan voeren en is ze op zoek naar een andere huisarts die dit samen met haar wil doen. ‘Samen met deze huisarts wil ik de praktijk moderniseren. Het is niet de bedoeling om, als een soort eerbetoon aan mijn vader, alles bij het oude te laten. Ik ben geen solist, zoals hij was. Ik wil de verantwoordelijkheid over vijfduizend patiënten niet in mijn eentje dragen. Ik vind het vak héél erg leuk en ik ben niet vies van hard werken. Maar ik wil niet, zoals mijn vader, tachtig uur per week werken. Ik hecht veel waarde aan mijn vrije tijd en ik ben méér dan alleen dokter. Voor mijn vader was het dokter zijn eigenlijk zijn hele identiteit. Hij stond altijd “aan” en werk en privé liepen dikwijls door elkaar. Hij gaf patiënten vaak zijn privénummer. Als een patiënt ’s avonds of in het weekend belde, dan ging hij gelijk helpen – ook als het helemaal niet acuut was. Zelf wil ik mijn grenzen veel beter bewaken. Dat is echt een van de grote veranderingen die ik wil doorvoeren in de praktijk over anderhalf jaar: ik maak er een moderne work-lifebalancepraktijk van.’
Ridha kan zich wel voorstellen dat een huisarts misschien zijn/haar bedenkingen heeft over het praktijkhouderschap samen met iemand die de huisartsenopleiding nog niet eens heeft afgerond, geeft ze toe. ‘Maar dat is waar ik me het minst druk over maak – van alle dingen waar ik me druk over maak, zeg maar. Ik denk dat eventuele twijfels snel verdwijnen wanneer iemand hier een tijdje komt waarnemen – om de sfeer te proeven, de patiënten en de medewerkers te leren kennen en te zien hoe goed het hier nu loopt.’
‘De “administratieve pijn” bij plotseling overlijden is heviger bij praktijkhoudend huisartsen’
‘Het gebeurt enkele keren per jaar dat de ondernemers-AGB-code van een huisartsenpraktijk komt te vervallen doordat de betreffende huisarts plotseling komt te overlijden’, zegt een woordvoerder van Vektis, de organisatie die de AGB-codes toekent. ‘Tot dit jaar kwam de ondernemers-AGB-code per direct te vervallen, maar dat beleid is recent aangepast. We sturen nu eerst een melding en dan hebben de achterblijvers twee weken de tijd om aanpassingen door te voeren. Er is altijd veel regelwerk als een arts plotseling komt te overlijden. Maar bij praktijkhoudend huisartsen is de “administratieve pijn” vaak heviger, doordat er meer bij komt kijken.’
‘Behalve de AGB-code zijn er tal van andere zaken die geregeld moeten worden, wanneer een huisarts plotseling overlijdt’, zegt een woordvoerder van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). ‘Het belangrijkste zijn de voortgang en continuïteit van de patiëntenzorg. Daarover kunnen afspraken worden gemaakt met bijvoorbeeld de hagro. Daarnaast moeten er wijzigingen worden doorgevoerd in het Landelijk Schakelpunt, het huisartseninformatiesysteem, de UZI-pas, de bankzaken, de verzekeringen. De patiënten, verzekeraars en andere samenwerkingspartners moeten op de hoogte worden gesteld. Om te helpen in (de voorbereiding van) dit soort situaties heeft de LHV een aantal factsheets opgesteld. Daarnaast kunnen nabestaanden ons bellen voor informatie en advies.’
‘De VvAA kan desgewenst de nabestaanden of belangenbehartigers van overleden klanten of leden adviseren en vertegenwoordigen’, zegt een woordvoerder van verzekeraar en belangenbehartiger VvAA. ‘De mate waarin we advies geven, is sterk afhankelijk van de (persoonlijke) situatie, wens of vraag en wat er nodig is.’
Voorkomen
‘Veel rompslomp kan voorkomen worden door de praktijkhoudend huisarts niet als enige te koppelen aan de ondernemers-AGB-code, maar bijvoorbeeld ook een waarnemer’, zegt de Vektis-woordvoerder.
‘Het is van cruciaal belang dat een solistisch werkend huisarts nadenkt over zaken die geregeld moeten worden in geval van overlijden en dit bij leven vastlegt’, zegt de VvAA-woordvoerder. We raden aan bijvoorbeeld een praktijktestament op te stellen, waarin alle praktische zaken kunnen worden vastgelegd die te maken hebben met de praktijkvoering en/of continuïteit van de praktijk. Als VvAA zijn we ons ervan bewust dat er veel komt kijken bij het starten van een praktijk. We willen op basis van de ervaringen van deze huisarts in opleiding gaan bekijken hoe we in de toekomst onze informatievoorziening op dit vlak beter kunnen toespitsen.’
-
Simone Paauw
Simone Paauw interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse.
T.M.S. van Winden
Huisarts, Amsterdam
Jeetje Heroo, wat een aangrijpend verhaal. Dank dat je dit deelt, zo'n onverwachte situatie wens je niemand toe, en het kan ons allemaal overkomen. Het is inspirerend om te lezen hoe jij, samen met de mensen om je heen, hiermee bent omgegaan in deze ...moeilijke tijd. Ik wens je veel succes met je praktijk, en het lijkt erop dat je op de goede weg bent. Hou vol en je komt er zeker!
M.D. Oosterhoff
Psychiater, Thesinge
Wat ontzettend verdrietig, dat er zo plots een eind kwam aan een droom, maar wat slaan jullie je er dapper doorheen. Respect daarvoor.