‘Leefstijl, omgeving én genen bepalen obesitas’
Onderzoeker identificeerde al 35 genetische defecten die obesitas beïnvloeden
11 reactiesObesitas kent een genetische basis, toont arts en wetenschapper Sadaf Farooqi aan in haar onderzoekswerk. ‘Wij artsen moeten begrijpen dat onze biologie ons gewicht bepaalt.’
Het aantal Nederlanders met overgewicht zal in 2050 oplopen tot 64 procent. Dat doemscenario voorspelde het RIVM eind november, daags nadat de Britse arts en obesitaswetenschapper Sadaf Farooqi de jaarlijkse Anatomische Les van Amsterdam UMC uitsprak.
Maar voorafgaand aan die bijeenkomst toont Farooqi zich optimistisch over het wereldwijde obesitasprobleem. ‘Ik ben optimistisch. En vastberaden’, zegt ze strijdvaardig in de lobby van een Amsterdams hotel, op de vraag hoe ze naar de toekomst van obesitas kijkt.
‘We begrijpen al zoveel meer van terreinen waarvan ik niet had vermoed dat dit kon gebeuren. Eind jaren negentig, toen ik in opleiding was, behandelden we bloeddruk niet. Nu is bloeddrukbehandeling routine. Op mentale problemen rustte veel stigma. Nu begrijpen we dat biologische, sociale en omgevingsfactoren daaraan bij kunnen dragen. Wat obesitas aangaat, voelt het een beetje als de vooravond van een revolutie. We naderen het tijdperk waarin we meer leren over subtypes van obesitas, en daarmee over meer behandelmogelijkheden.’
‘Mensen met obesitas zouden niet genoeg wilskracht hebben’
Genetische defecten
Farooqi komt tot die overtuiging op basis van de bijna drie decennia onderzoek die ze inmiddels doet naar de vraag welke rol genen spelen bij obesitas. In haar beginjaren als onderzoeker ontdekte ze dat er mensen zijn die door een genetisch defect geen leptine aanmaken – het door vetcellen aangemaakte hormoon dat het brein een signaal geeft dat er voldoende calorieën zijn genuttigd waardoor verzadiging optreedt. Farooqi was de eerste arts die het aandurfde om patiënten met dat defect – twee jonge kinderen met ernstige obesitas – leptine toe te dienen. Op de voor-en-nafoto’s die de arts tijdens lezingen toont van deze kinderen, is zichtbaar hoe zij na leptine-injecties binnen een jaar terugkwamen op een gezonde BMI. En tot op de dag van vandaag een gezond leven leiden, voegt Farooqi daar graag aan toe.
De Britse wetenschapper ging met haar onderzoek door op dit ‘leptinepad’ in het menselijk lichaam, en op verstoring van de honger- en verzadigingsmechanismen door genetische defecten. Inmiddels heeft zij zo’n 35 genetische defecten geïdentificeerd die een rol spelen bij obesitas, vooral defecten die tot ernstige obesitas leiden, die begint in de vroege jeugd. Met name mutaties van het MC4R-gen blijken daarbij een belangrijke rol te spelen. Een MC4R-defect maakt onder andere dat signalen naar het brein over honger, verzadiging en beloning verstoord raken. Maar ook dat mensen een sterke voorkeur hebben voor vet eten (en juist minder voor eten met veel suiker), waarmee het snelst calorieën kunnen worden opgenomen. Verder toonde Farooqi onder andere aan dat een defect van een ander gen, het KSR2-gen, ervoor zorgt dat mensen vet moeilijk verbranden, ook als ze veel bewegen.
‘Genen verklaren 40 tot 70 procent van de variabiliteit in gewicht’
Vooroordelen overwinnen
‘Leefstijl, omgeving én genen. Dat is de combinatie die wereldwijd speelt bij obesitas’, aldus Farooqi. ‘Veel mensen, inclusief dokters, hebben eetlust lang gezien als iets wat volledig uit vrije wil geschiedt. Lange tijd is de overheersende gedachte geweest dat mensen obesitas hebben omdat ze niet genoeg wilskracht hebben en daardoor overeten.’ Ook Farooqi zelf leerde tijdens haar medische scholing ‘niks over de regulering van gewicht’. ‘Want we wisten er niks van.’
‘Daardoor vinden mensen het moeilijk om te geloven dat er iets anders kan spelen. Ons werk heeft laten zien dat er een sterk, biologisch systeem is dat onze eetlust en ons gewicht reguleert. En dat er genen zijn die, als ze verstoord zijn, dat systeem verstoren. Veel mensen vinden het nog steeds moeilijk om hun eigen vooroordelen te overwinnen ondanks het duidelijke wetenschappelijke bewijs dat er ligt dat obesitas een biologische basis kent. Ook dokters. Mijn onderzoek kan hen uitdagen. Er zijn veel gebieden waar ook artsen geen weet van hebben en daardoor vasthouden aan hun geloof. Mijn job is om dit te veranderen.’
Farooqi weerlegt graag de suggestie dat haar onderzoekswerk alleen relevant is voor een kleine groep obesitaspatiënten met zeldzame genetische defecten. ‘Het beste bewijs hoe vaak genetische condities voorkomen, komt van dat MC4R-gen, waarop het meest mutaties voorkomen. In een Brits geboortecohort dat we voor onze studie gebruikten, had één op de driehonderd mensen een MC4R-mutatie die het gewicht negatief beïnvloedt. Dat is behoorlijk hoog voor één enkel gen.’ Overigens trof ze ook een mutatie aan die dit gen juist ‘heel goed laat werken’, waardoor de dragers zijn beschermd tegen zowel obesitas als diabetes, iets wat zes op de driehonderd mensen in het cohort betrof. ‘Hetzelfde gen, afhankelijk van de mutatie die je krijgt, bepaalt of je waarschijnlijk aankomt of daartegen bent beschermt.’
Naast die zeldzame genetische defecten, die een relatief beperkte groep mensen aangaat, geldt daarnaast ‘voor alle mensen dat onze genen allemaal bijdragen aan ons gewicht’, aldus Farooqi. Dus zowel voor mensen zonder obesitas, als voor de groep mensen die, zoals zij het noemt common obesitas hebben: overgewicht door die combinatie van leefstijl, omgeving en dus genen.
‘Genen verklaren 40 tot 70 procent, dus een groot deel, van de variabiliteit in gewicht. Het systeem dat eetlust reguleert, werkt bij iedereen hetzelfde. Mensen met common obesitas hebben niet per se één stuk gen, maar honderden genen waarin zich kleine veranderingen kunnen voordoen die iemands risico op gewichtstoename vergroten. We weten nu om welke genen het gaat, en dat het om een combinatie van meerdere genen gaat. Dat kun je optellen en dan kom je tot een score. Iemand met een hoge score kan daardoor al op 18-jarige leeftijd 12 kilo zwaarder zijn dan iemand met een lage score. Dus het is duidelijk dat je meer kans hebt om in gewicht toe te nemen bij een combinatie van genen die je gewicht bevorderen.’
De spreekkamer
Wat kunnen artsen daarmee in hun spreekkamer? ‘Artsen, in welk veld dan ook, zullen meer patiënten met common obesitas aantreffen. Voor dokters is het van belang te begrijpen dat bij een individu hun gewicht een gevolg is van een combinatie van factoren. Want dat beïnvloedt de manier waarop je mensen met een gewichtsprobleem benadert. Een arts moet altijd kijken naar de biologie en omgeving van een patiënt, en hoe alles impact heeft. Als je mensen adviseert over dieet en beweging, zal het sommige mensen helpen, maar voor andere mensen is het veel moeilijker om daarmee af te vallen. Onderken dat. Wees empathisch. Dokters moeten leren dat het bewijs duidelijk is: dat is omdat sommige individuen door hun biologie moeilijker gewicht kunnen verliezen.’
Farooqi adviseert dokters ‘alert te zijn’ op patiënten met ernstige of complexe obesitas; patiënten die al van kinds af aan of door endocriene problemen obesitas hebben. Dan is het volgens Farooqi ‘aannemelijk dat er een sterk genetisch aandeel is’. ‘Die patiënt moet klinisch worden beoordeeld en onderzocht door specialisten op genetische afwijkingen. In sommige gevallen zijn er behandelingen, gebaseerd op het begrip van welke genetische afwijking deze ernstige obesitas veroorzaakt.’
De zorg voor overige patiënten met obesitas is ‘meer uitdagend’, erkent Farooqi. ‘Sommige interventies zullen werken in sommige groepen, en andere niet. Op dit moment hebben we nog geen goede manier om subtypes van obesitas te begrijpen. Waarom reageert de een beter op beweging, of op een dieet met veel proteïnen, of op vasten? Dus de algemene strategie is nu nog: probeer verschillende dingen die kunnen helpen om af te vallen. Werk met patiënten samen om de beste manier voor hen te vinden.’
En ‘misschien is dat wel medische behandeling met nieuwe antiobesitasmedicatie’, aldus Farooqi, ‘voor mensen die echt worstelen met hun gewicht en die eventueel medische complicaties hebben, zoals diabetes en hoge bloeddruk’. ‘Die medicijnen zijn duidelijk effectief als iemand ze verdraagt. Ik denk dat we obesitas echt als ziekte moeten gaan zien, zoals we ook hoge bloeddruk als ziekte zien. Ik denk dat in toenemende mate medische behandeling nodig is. Ik heb nog nooit iemand ontmoet met obesitas die niet heeft geprobeerd af te vallen. Dus ik vraag me weleens af waarom we als dokters denken dat we patiënten op nul moeten laten beginnen door ze eerst binnen een vastgestelde periode te laten bewijzen dat ze genoeg leefstijladvies hebben geprobeerd. Het is redelijk om iemands leefstijlkennis op te frissen, of te helpen met een moeilijk en stressvol leven. Maar als je die omstandigheden hebt geoptimaliseerd, begin dan met behandelen.’
‘We onthouden mensen met astma ook geen inhalers totdat ze stoppen met roken’
Eigen verantwoordelijkheid
Farooqi zucht als de woorden ‘eigen verantwoordelijkheid’ vallen. ‘Dat concept is gebaseerd op het feit dat je de rol van biologie negeert. Dat zeggen we ook niet tegen iemand met astma. We willen graag dat iemand met astma stopt met roken, en in een minder vervuilde omgeving woont. Wat niet altijd mogelijk is. Maar we onthouden ze geen inhalers totdat ze ons kunnen bewijzen dat ze kunnen stoppen met roken en zorgen dat ze in een minder vervuilde omgeving wonen.’
‘Natuurlijk is het beter als mensen gezonder eten en meer bewegen, en dat kunnen ze beïnvloeden’, aldus Farooqi over de component leefstijl uit het trio leefstijl, omgeving en genen dat zij verantwoordelijk houdt voor de toenemende obesitasepidemie. Qua omgeving ziet zij een belangrijke rol weggelegd voor overheden en voedingsindustrie, die ervoor kunnen zorgen dat de voedselomgeving verbetert, door prijs, beschikbaarheid en samenstelling van voedsel aan te pakken. ‘Maar zelfs dan zullen sommige mensen door hun genen grotere eetlust hebben dan andere of minder calorieën verbranden bij dezelfde activiteit, door hun biologie. Dus wij artsen moeten begrijpen dat onze biologie onze variatie bepaalt.’
Haar onderzoek ‘geeft mensen een verklaring voor obesitas, helpt stigma bestrijden en kan leiden tot nieuwe behandelingen’, vat Farooqi samen. Ze is nu onder andere bezig met onderzoek naar het TrpC5-gen, dat een rol speelt bij het doorgeven van sensorische signalen. En ze bestudeert de overlap tussen ernstige obesitas bij kinderen en gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Die overlap lijkt samen te hangen met het gegeven dat de hypothalamus in de hersenen ‘de circuits van eetlust integreert met andere gedragingen’. Ook richt ze zich momenteel op het bestuderen van een cohort gezonde dunne mensen die niet excessief bewegen. ‘Dunheid is net zo erfelijk. We zoeken naar genen die dunheid bepalen. Stel dat iemand makkelijk vet verbrandt door een defect gen. Als je dan een medicijn kunt ontwikkelen dat zo’n gen afremt, gebeurt hetzelfde. Dat is opwindend.’
H.A.M. van Haasteren
huisarts, LEIDERDORP
Ben het helemaal eens met collega Buurkes. Veelzeggend over die veranderde omgeving en de ongelijke strijd daartegen, is de praktijkperikel "wat ben ik toch eigenlijk aan het doen?". Ik vermoed dat we de genetische aanleg ook al eeuwen bij ons dragen..., maar dat de omstandigheden nu pas "zo gunstig" zijn geworden dat deze aanleg volop tot expressie kan komen. De discussie over de beste aanpak hiervan doet mij een beetje denken aan de discussie over de "war on drugs"; we zien dat alles wat tot nog toe geprobeerd is niet (genoeg) werkt en sommigen roepen op tot legalisatie van drugs. Maar de olifant in de kamer (om met de woorden van Buurkes te spreken) is in dit geval de normalisering van het gebruik op grote schaal van "een snuifje of een pilletje" tijdens het uitgaan (en hetzelfde geldt natuurlijk nog altijd voor alcohol).
V. Blum
sportarts n.p., Haarlem
Grappig dat u de war on drugs erbij haalt. Een duidelijke overeenkomst is het falen van goedbedoelde adviezen: gebruik van te veel eten/drank/drugs is niet goed voor de gezondheid, maar ons impulsieve brein kan er vaak geen weerstand aan bieden.... E...en andere overeenkomst is het grote aantal doden. Bij obesitas als gevolg van hart- en vaatziekten. Bij de drugs vallen veruit de meeste doden door criminele acties, niet door de drugs. Justitie en politie verspillen een groot deel van hun tijd eraan, het gebruik neemt toe en ondertussen worden de criminelen (tal)rijker....
P.J.M. van Loon
Orthopeed/ houdingsdeskundige, Oosterbeek
Heb haar in Amsterdam gehoord. Ze gaf weinig blijk van historisch besef. Ook niet van het enorme belang van veel bewegen , ook als kind om het neurohormonale stelsel gezond te krijgen ( en te houden) De obesitas pandemie is niet van alle tijden. Vroe...ger voorbehouden aan de rijkdom, waar voedsel in overvloed voor hun kinderen voorhanden was, zeker als ze ook niet buitenspeelden. In Nederland zorgde de zeer diep in het volk onderwezen en geïmplementeerde Gezondheidsleer ervoor, dat energie intake en energie output in balans waren, vooral bij het opgroeiende kind. Deze kennis verlaten heeft enorme impact op de hele volksgezondheid gebracht. Het zitten ging de leefstijl overheersen.
In Angelsaksische landen is de Gezondheidsleer zelfs nimmer onderwezen. Nu moeten wij wel achter ze aanhobbelen met alle aandoeningen, die dat gebrek aan kennis veroorzaakt.
V. Blum
sportarts n.p., Haarlem
Hoe groot is het aandeel van genetische afwijkingen in het totale plaatje van steeds toenemende obesitas? Ik denk minder dan 5% van de gevallen. Mevrouw Farooq meldt dat niet. Een aantal reacties voor mij geven goede argumenten in die richting. Onze... genetische aanleg is bepaald in een lange periode waarin mensen jager-verzamelaar waren. Je moest flink bewegen om je voedsel te plukken en te pakken. Je bleef daardoor vanzelf slank. Hoe anders is dat tegenwoordig... Piet Vroon beschreef in zijn mooie boek "Tranen van de krokodil" hoe ons handelen vaak impulsief is, bepaald door het reptielenbrein in ons hoofd. Goede voornemens, in het mensenbrein gezeteld, delven het onderspit. Mensen met DM II kunnen in meer dan 80% van de gevallen slank en gezond worden als ze intensief gecoacht worden. Het reptielenbrein wordt dan een beetje afgeremd. Het probleem in Nederland en vergelijkbare landen is dat er veel te weinig coaches zijn. Een DM II patiënt krijgt een paar keer per jaar therapeutische aanwijzingen, de overige 362 dagen.... De oplossing: coaching via AI. Ik begrijp dat TNO er al jaren aan werkt,......
M. Hofkamp
kinderarts n.p.
Beste collega ‘Arts n.p. uit Brummen’,
Het gaat niet om ‘eigen schuld’, wel om eigen verantwoordelijkheid. De laatste 20 jaar van mijn werkzame leven heb ik me vrij intensief met voedingsgewoonten moeten bezighouden wegens toenemende obstipatie- en ...adipositas bij kinderen. Veel individuele voorlichting, maar vooral ook groepsvoorlichting aan ouders én waar mogelijk ook grootouders van kinderen uit mijn poli. Tot in de negentiger jaren kon ik ouders nog wijzen op gewoontes uit hun eigen jeugd, bijvoorbeeld: “Heb je dorst? Daar is de kraan”. Maar nadien had ik vooral ook de grootouders nodig over hun eigen jeugd. Daarmee lukte het toen meestal nog goed om het hele gezin op een meer gevarieerde, meer vezelrijke en meer sober voedingspatroon te krijgen, met een redelijke normalisering van de voedingstoestand. Dit zeker ook bij Turkse en Marokkaanse gezinnen – toch niet de rijkste bevolkingsgroep.
Maar inderdaad, nu zijn we weer een generatie verder en zijn ook veel grootouders met prefab food opgegroeid, wat zulke voorlichting weer lastiger maakt.
We mogen blij zijn met het onderzoek van Liesbeth van Rossum, maar de meeste dikke mensen helpt dit weinig. Inmiddels zijn er ook pillen, maar of ook deze medicalisering van adipositas wenselijk is voor een heel groot deel van de bevolking, opdat die wat door kan gaan met hun huidige voedingspatroon?
Hierbij is het goed te realiseren, dat ook bij ruim voldoende voedsel (maar zonder al die schier onweerstaanbare verleidingen van ‘extra lekker’ voedsel) een bevolking niet excessief dik is – zie ons land in de vijftiger en zestiger jaren, toen we nog met verbazing over zoveel dikke mensen in de USA naar Polygoon beelden keken, of zie de derde wereld buiten de steden, waar ik veel tijd doorbracht – dit buiten de hongergebieden.
Overigens meen ik, dat (dis)kwalificerende termen eigenlijk niet thuishoren in een discussie als deze.
S. Knepper
gepensioneerd verzekeringsarts, Zutphen
Mensen zijn in een halve eeuw met dezelfde genen veel zwaarder geworden. Dat wijst sterk op gedragsfactoren. Is het wijsheid telkens weer te betogen dat mensen er zelf niets aan kunnen doen maar dat bijvoorbeeld de staat, de commercie, de geneeskunde... of de genetica verantwoordelijk zijn
voor hun leed? Als we die weg volgen zou de liberale opvatting over autonomie van het individu op de helling moeten. Maar dat past niet in de heersende ideologie. Die dus dubbelzinnig lijkt
psychiater, Heerenveen
Hear, hear!
H. v.d. Pol
Huisarts, Groesbeek
M. Buurkes
De inschatting van het percentage wat genen zouden bijdragen klinkt mij onwerkelijk in de oren. Ik kom van eind jaren `70, toen was obesitas en overgewicht zeldzaam (kijk maar eens naar oude foto`s). De evolutie gaat volgens mij niet zo s...nel dat we een heel ander genen pakket hebben dan toen. Wat vooral is veranderd is onze omgeving. Hoe belangrijk dit soort onderzoek ook is, volgens mij moeten we de olifant in de kamer wel blijven zien, een voedingsindustrie op kapitalistische basis die maar 1 belang heeft, zo veel mogelijk meuk door onze strot duwen met een zo hoog mogelijke winst voor de aandeelhouders.
M. Hofkamp
kinderarts n.p.
Welke genetische eigenschappen je ook hebt, je zal ermee moeten dealen in het leven.
Er zijn mensen die voor hun lunch tien tot twintig boterhammen nodig hebben en toch mager blijven, en mensen die met drie boterhammen al dik worden. De eersten hebb...en flink pech in oorlogstijd, zij met aanleg voor adipositas hebben pech in tijden van overvloed vol verleidingen. Verleidingen liggen nu overal en continu op de loer, en we leren niet om daarmee om te gaan, met verslavingen tot gevolg. En ook in verslaving (zoet, vet, nicotine, alcohol, drugs, games, gokken, schermtijd) spelen genetische eigenschappen een belangrijke rol. Met dit als excuus te gebruiken is niemand geholpen.
Arts n.p., Brummen
2/ https://amazingerasmusmc.nl/interne-geneeskunde/liesbeth-van-rossum-spreekt-europees-parlement-toe/ ook hier benadrukt professor Liesbeth van Rossum dat obesitas geen 'eigen schuld, dikke bult'.
Citaat:
ongezonde leefstijl, mede gedreven door de... ongezonde voedselomgeving, een belangrijke oorzaak van obesitas. ‘Maar vaak spelen sociale, psychische, hormonale of genetische factoren ook een rol. Ook bepaalde medicatie kan een rol spelen. Die oorzaken kunnen soms ook aangepakt worden om mensen de wind mee te geven in een obesitas behandeling. Obesitas is geen kwestie van eigen schuld, dikke bult.’
[Reactie gewijzigd door op 05-12-2024 19:55]
Arts n.p. ivm chronische ziekte, Brummen
1/ Beste collega Hofkamp,
wat een onempathische reactie. Het gaat hier niet om het zoeken van excuses, maar over het doorgronden van een ziektebeeld. Want dat is obesitas namelijk, een ziektebeeld dat een heel scala aan oorzaken heeft, waarvan geneti...sche aanleg slechts een deel is. Obesitas-professor Liesbeth van Rossum kan u hier meer over vertellen.
Het 'er zelf maar mee moeten dealen' is makkelijker gezegd dan gedaan, zeker als je bijvoorbeeld in armoede leeft (gezond eten is duurder dan ongezond eten en stress is één van oorzaken ontregelde suikerhuishouding), medicatie moet gebruiken die gewichtstoename veroorzaakt, lichamelijk of psychisch chronisch ziek bent. Het veroordelen van een obesitas patiënt zal zeker niet bijdragen aan het oplossen ervan. Van oordelen is nog nooit iemand dunner geworden.
[Reactie gewijzigd door op 05-12-2024 19:55]