Centraal Tuchtcollege vliegt uit de bocht
Discutabel beroepsverbod voor bedrijfsarts
17 reactiesIn hoger beroep bij het Centraal Tuchtcollege wordt de registratie van een bedrijfsarts doorgehaald. Een onbegrijpelijke en onwenselijke uitkomst, vindt hoogleraar gezondheidsrecht Joep Hubben.
Het Regionaal Tuchtcollege Den Haag legt een bedrijfsarts een berisping op wegens onheus woordgebruik en onvoldoende onderzoek. In hoger beroep grijpt het Centraal Tuchtcollege naar de zwaarste sanctie: doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en motiveert dit met ‘de veiligheid van (arbeidsongeschikte) patiënten/werknemers’ en het ontbreken van zelfinzicht van de bedrijfsarts.1
Het valt niet goed te begrijpen dat het Centraal Tuchtcollege in deze casus heeft gekozen voor een beroepsverbod, dat in de regel alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden wordt opgelegd.
Burn-outklachten
De feiten: een vrouw is langdurig ziek vanwege burn-outklachten. De bedrijfsarts is betrokken bij de beoordeling van haar aanspraak op een ziektewetuitkering. Hij is van mening dat de vrouw geen aanspraak hoort te hebben op loondoorbetaling onder de ziektewet en vraagt haar onder andere ‘Waarom bent u hier?’ en zegt herhaaldelijk ‘Ik heb hier grote moeite mee’. Bij het consult geeft hij de vrouw ‘met tegenzin’ vier weken uitstel, maar belt haar na het spreekuur met de mededeling dat hij haar toch hersteld zal melden. De bedrijfsarts gaat niet in op het verzoek van de vrouw om contact op te nemen met een andere bedrijfsarts die haar kort tevoren volledig arbeidsongeschikt verklaarde. Hij weigert daarover uitleg te geven en maakt opmerkingen als ‘Dit gaat tegen ieder gevoel van mij in’. De bedrijfsarts geeft een andere lezing van het gesprek en zegt dat hij het niet nodig vond om met een andere behandelaar contact op te nemen, ook al wist hij dat de collega een afwijkende mening had. De bedrijfsarts meent dat hij op grond van de beschikbare gegevens advies kon uitbrengen. Ook het feit dat de vrouw antidepressiva gebruikte was voor hem geen reden voor nader onderzoek.
Onbehoorlijke bejegening
Het tuchtcollege is, mede op basis van de dossieraantekeningen en het door klaagster gemaakte transcript van het consult, van oordeel dat in de gesprekken sprake is geweest van onbehoorlijke bejegening, met name het ontmoedigen van een gerechtvaardigde aanspraak op doorbetaling van loon. Het tuchtcollege oordeelt verder dat de bedrijfsarts tekort is geschoten in zijn onderzoekplicht en te zeer op zijn eigen bevindingen is afgegaan.
Het staat wel vast dat de bedrijfsarts zich bij de verzuimbegeleiding onzorgvuldig heeft gedragen. Dat blijkt uit zijn aanpak van het verzuimspreekuur en zijn woordgebruik tegenover klaagster. Verder heeft hij zich, zacht gezegd, ongelukkig uitgelaten op de zitting van het regionaal tuchtcollege door op te merken dat een toetsbare opstelling in zijn geval ‘gevaarlijk’ zou zijn. Dat brengt het regionaal college tot de slotsom dat er sprake is van ernstig laakbaar gedrag met een grote kans op recidive. Het regionaal college legt een berisping op en besluit tot publicatie van de uitspraak. Tot zover is er nog niet zoveel bijzonders aan de hand. Hoe anders loopt het in hoger beroep.
Hoger beroep
De bedrijfsarts gaat in hoger beroep. Wat de feiten betreft komt het Centraal Tuchtcollege (CTG) tot dezelfde constateringen als het regionaal tuchtcollege en concludeert dat de bedrijfsarts zich ‘onheus’ tegenover klaagster heeft gedragen en dat er sprake is van ‘onprofessioneel handelen’. Het CTG voegt daaraan toe dat de bedrijfsarts ‘krampachtig’ geredeneerd heeft, waardoor hij niet goed kan beoordelen wat ‘de betreffende werknemer op dat moment in dat specifieke geval nodig heeft, zonder direct een vergelijking met anderen te maken’. Opmerkelijk genoeg ziet het CTG daarin aanleiding de opgelegde maatregel aan de orde te stellen en laat daarop direct de conclusie volgen dat de maatregel berisping niet passend is en de maatregel van doorhaling (lees: beroepsverbod) moet volgen. De motivering van deze uitzonderlijke verzwaring is summier en beslaat maar enkele alinea’s. Kern daarvan is dat de bedrijfsarts ter zitting ‘overtuigd is van zijn eigen gelijk’, ‘in het geheel niet ontvankelijk is voor feedback’ en zich ‘niet toetsbaar heeft opgesteld’. Bovendien heeft de arts de beslissing van het regionaal college ‘bewust niet in zijn intervisiegroep ingebracht’. Daarna herhaalt het CTG dat de arts ‘geen inzicht heeft in zijn eigen functioneren’.
De motivering van deze uitzonderlijke strafverzwaring is summier
Motivering
De motivering die het CTG geeft voor deze aanzienlijke strafverzwaring overtuigt niet. Dat wordt nog versterkt door het feit dat het college zelf al constateert dat ‘voor soortgelijke verwijten die de bedrijfsarts worden gemaakt doorgaans geen doorhaling wordt opgelegd’. Het CTG verwijst alleen in algemene termen naar de ‘veiligheid van (arbeidsongeschikte) patiënten/werknemers (…)’, zonder dit echter in verband te brengen met de feiten van deze zaak. Het feit dat de arts zich overtuigd toont van zijn eigen gelijk kan toch geen reden zijn voor een zo grote strafverzwaring. Ook een arts heeft in een tuchtrechtelijke procedure immers het recht om zijn kant van de zaak naar eigen inzicht zo goed mogelijk te belichten. Dat is het recht op vrij verweer. Bovendien heeft het CTG eerder al eens geoordeeld dat een arts zich naar aanleiding van een klacht op het standpunt mag stellen dat hij correct heeft gehandeld. Dat kan moeilijk zonder enige mate van overtuiging van het eigen gelijk. Een streng verwijt over gebrek aan zelfreflectie staat daarmee op gespannen voet.
Uit de beslissing blijkt niet dat de bedrijfsarts eerder met de tuchtrechter in aanraking is geweest. Wel wordt tussen de regels door opgemerkt dat de arts zich ‘aan het einde van zijn loopbaan bevindt’ zonder dat het tuchtcollege dit afweegt tegen de noodzaak om desondanks over te gaan tot het opleggen van de zwaarste tuchtrechtelijke maatregel. In ieder geval had mogen worden verwacht dat het CTG had afgewogen waarom niet met een lichtere maatregel, zoals een (voorwaardelijke) schorsing, had kunnen worden volstaan.
Niet te vergelijken
Er zijn nog andere redenen om een vraagteken bij deze beslissing van het CTG te plaatsen. Allereerst de verhouding tussen de maatregel en het gedrag dat de bedrijfsarts wordt verweten. In de periode 2015-2021 heeft het CTG jaarlijks twee tot vijf keer de maatregel van doorhaling opgelegd (2017 is met zeven doorhalingen een uitzondering). In die zaken gaat het steeds om een zeer ernstige schending van professionele normen, waarbij vaak ook sprake is van recidive. Koploper is grensoverschrijdend (seksueel) gedrag, met name het aangaan van een (seksuele) relatie met een patiënt.2 Daarnaast gaat het om gevallen van zeer ernstig tekortschieten in de zorgverlening. Dat het CTG de lat daarbij zeer hoog legt, blijkt wel uit de veelbesproken beslissing uit 2015 waarin het college het verzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot doorhaling van de inschrijving afwees omdat die ‘disproportioneel’ werd geacht. Het ging in dat geval om een huisarts die door de strafrechter was veroordeeld wegens een levensdelict en mishandeling. De IGJ was van mening dat de ex-huisarts de geschiktheid miste om zijn beroepsleven voort te zetten als verpleeghuisarts, maar het Centraal Tuchtcollege wees het gevraagde beroepsverbod af.3
De ernst van aan de bedrijfsarts verweten onbehoorlijke bejegening en het tekortschieten in onderzoek is niet te vergelijken met de gevallen van zeer ernstige normoverschrijding die in eerdere beslissingen hebben geleid tot een beroepsverbod.
De arts werd pas in de eindbeslissing geconfronteerd met de doorhaling
‘Verrast’ met beroepsverbod
Een volgende reden voor het plaatsen van een vraagteken is het feit dat in deze zaak aan de bedrijfsarts een beroepsverbod is opgelegd terwijl het regionaal tuchtcollege volstond met de relatief lichte maatregel van berisping. Dat is hoogst uitzonderlijk.
Er is in de genoemde periode van zes jaar slechts één casus waarin in hoger beroep voor het eerst een doorhaling is uitgesproken, maar in dat geval had het regionaal tuchtcollege geen berisping maar een schorsing van zes maanden opgelegd. In die zaak ging het om zeer ernstige klachten (onder andere het schrijven van een valse medische verklaring en een serieuze aanwijzing van seksueel misbruik), terwijl bovendien de IGJ in hoger beroep een verzoek tot herbeoordeling van de strafmaat had gedaan.4
Als het regionaal tuchtcollege een beroepsverbod oplegt, kan de arts zich daartegen in hoger beroep nog verweren en stukken (bijvoorbeeld een deskundigenrapport) inbrengen. In de hier besproken zaak is de bedrijfsarts in hoger beroep ‘verrast’ met het beroepsverbod waartegen hij zich niet meer kan verweren.
Gewone rechter en arbiters
Ook om een derde reden wringt deze beslissing. Dat betreft de grote afstand tot de toetsingsnorm die de gewone rechter en arbitrale colleges (zoals het Scheidsgerecht Gezondheidszorg) tegenwoordig hanteren bij de beoordeling van de noodzaak tot beëindiging van de beroepsuitoefening door een arts. Wij hebben het dan over beëindiging van de arbeidsovereenkomst of toelatingsovereenkomst (respectievelijk ledenovereenkomst in geval van een medisch-specialistisch bedrijf) met een arts vanwege ernstig tekortschieten in de beroepsuitoefening. Daaraan stellen de gewone rechter en arbiters steeds hogere eisen. Die eisen gaan vooral over de deugdelijkheid van het onderzoek dat aan deze ingrijpende beslissing vooraf is gegaan, het bieden van hoor en wederhoor en vooral of aan de arts serieus de gelegenheid is gegeven om zich te verbeteren. Zo heeft het Scheidsgerecht Gezondheidszorg een verzoek tot ontbinding van de toelatingsovereenkomst afgewezen omdat het verzoek was gebaseerd op een gebrekkig deskundigenrapport.5 Niet zo lang geleden wees de Rechtbank Gelderland het verzoek tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een internist-oncoloog af omdat onvoldoende onderzoek was gedaan naar diens functioneren, en veroordeelde het betreffende academisch ziekenhuis om de arts weer toe te laten tot het ziekenhuis.6
In de hier besproken beslissing over de bedrijfsarts komt het erop neer dat al deze procedurele eisen feitelijk niet zijn gevolgd. Van deugdelijk onderzoek naar de noodzaak van een beroepsverbod blijkt niet, laat staan dat de arts zich over de uitkomst daarvan kon uitlaten. Hij werd immers pas in de summier gemotiveerde eindbeslissing geconfronteerd met de doorhaling van de inschrijving. Toen was het echter al te laat.
Beleid verhelderen
In de laatste evaluatie van de Wet BIG zijn kritische passages gewijd aan het beleid van tuchtcolleges bij het opleggen van maatregelen.7 Daarbij is het advies gegeven om dat beleid te verhelderen en voorwaarden te formuleren waaraan de motivering van maatregelen in ieder geval moet voldoen. Met de hier besproken beslissing over een bedrijfsarts heeft het Centraal Tuchtcollege meer dan onderstreept hoe actueel die aanbeveling is.
Prof. mr. Joep Hubben geeft een workshop bij de KNMG Carrièrebeurs op 18 juni.
auteur
prof. mr. Joep Hubben, emeritus hoogleraar gezondheidsrecht en oud-(tucht)rechter
contact
jhhubben@hotmail.com
cc: redactie@medischcontact.nl
voetnoten
1. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ECCLI:TGZCTG:2021:136.
2. Zie bijvoorbeeld Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 28 september 2017, Gezondheidszorg Jurisprudentie, 2018,4. Voorts de beslissing van 5 december 2017, Gezondheidszorg Jurisprudentie, 2018, 64.
3. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 12 februari 2015, Gezondheidszorg Jurisprudentie, 2015, 41.
4. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 31 maart 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:113.
5. Scheidsgerecht Gezondheidszorg, 6 maart 2014, Gezondheidszorg 6 maart 2014, Gezondheidszorg Jurisprudentie 2014, 95.
6. Rechtbank Gelderland, 10 mei 2021, Gezondheidszorg Jurisprudentie 2021, 83.
7. J.G. Sijmons c.s., Tweede Evaluatie Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg, Den Haag, ZonMw, 2013, hoofdstuk 9.5, p. 277.
Lees ook
H.Th. Heslinga
huisarts, Ter Apel
Hoe beoordeelt de beroepssgroep van de verzekeringgeneeskundigen het professionele gedrag van haar collega? Iets verwerpelijk; beetje meer verwerpelijk; verwerpelijk; absoluut verwerpelijk ;toch wel ernstig verwerpelijk? Welke stringente adviezen ...zal er door de eigen beroepsgroep gegeven worden?
M. Ouwens
Verzekeringsarts. Bedrijfsarts
Interessante gedachte: een tuchtklacht tegen leden beroepsgenoten in het Tuchtcollege. Transparantie, reflectie, inzicht en toetsbaar opstellen vragen aan de mensen die dit van u verwachten. "Practice what you preach" en al dat soort dingen nietwaa...r?
Maar dat kan dus niet blijkens deze uitspraak: RTG Zwolle 17 februari 2022, ECLI:NL:TGZRZWO:2022:18 over een dergelijke klacht.
De voorzitter van het tuchtcollege overweegt daar dat de aangeklaagde leden niet hebben gehandeld als beroepsbeoefenaren in de zin van artikel 47 Wet BIG, maar als leden van het tuchtcollege. In die hoedanigheid kunnen zij niet tuchtrechtelijk worden aangesproken.
En zegt u nu zelf: Mensen de maat nemen die u de maat hebben genomen. De toetsers gaan toetsen? Het moet niet gekker worden!
B.V. Nibbering
bedrijfsarts, Roosendaal
Op zich opnieuw te zot voor woorden dat het tuchtcollege zelf kan besluiten dat tegen haar leden (die zich presenteren als artsen en vanuit hun functie als arts handelen) geen klacht kan ingediend worden. Waar patiënten 1001 rechten hebben als ze he...t met het handelen van hun arts niet eens zijn, hebben aangeklaagde artsen deze kennelijk niet. In één zitting kan besloten worden dat het vak waar je jarenlang voor gestudeerd hebt, waar je in het geval van de opleiding tot bedrijfsarts 40000 euro opleidingskosten voor betaald hebt, definitief van je afgepakt wordt, zonder verdere mogelijkheden om je daartegen te verweren. Ik hoop dat de jonge collega's die overwegen een carrière als bedrijfsarts te kiezen deze uitspraak lezen en afwegen of zij dit risico willen nemen in de rest van hun carrière. Het kan nl. in 40 jaar eens een keertje voorkomen dat je vergeet te overleggen met een collega en dat een gesprek met een patiënt slecht verloopt... Eenieder die de casus niet gevolgd heeft, lees even de uitspraak van het regionaal college en bedenk dan voor u zelf of dit een dusdanige handelswijze is waardoor je definitief uit je vak gezet kan worden. Berisping lijkt me terecht, schorsing erg zwaar maar mogelijk ook terecht, maar definitief beroepsverbod belachelijk.
W.C. Hartgers
huisarts, Amsterdam
Voordat huidige tuchtrecht van kracht werd was het zo, dat als er een boete, schorsing of doorhaling werd opgelegd door het CTG daartegen een beroep bij de Rechtbank open stond. Uiteindelijk kon zelfs cassatie bij de Hoge Raad worden ingesteld. Ik k...an mij nog wel zaken herinneren, waarbij een schorsing of doorhaling door de Hoge Raad op juridische gronden nietig werd verklaard . Het zou mijn inziens aanbeveling verdienen om deze mogelijkheid weer in ere te herstellen. Bovendien is het van de zotte, dat er tegen een dergelijke verstrekkende uitspraak de facto geen hoger beroep mogelijk is.
A.F. Algra
Commentator, Rotterdam
Welkom in de wereld die het medisch tuchtrecht heet.
B.V. Nibbering
Bedrijfsarts
Direct toen ik deze uitspraak las vond ik het al belachelijk. Ik heb hierover gecommuniceerd met de NVAB die niet de moeite neemt om hier serieus op in te gaan. De KNMG gaf wel een behoorlijk inhoudelijk antwoord. De collega wordt bij het regionaal ...college onder meer verweten dat hij niet overlegd heeft met de andere bedrijfsarts. Dat wordt hem zwaar aangerekend. Maar het Centraal Tuchtcollege doet in essentie precies hetzelfde. Ze verwijten de collega geen zelfinzicht en geen lerend vermogen. Onderdeel van onze herregistratie is onder meer de visitatie waar uitgebreid gesproken wordt over zelfinzicht etc. Het had dus logisch moeten zijn dat het CT overleg had gehad met de visitatoren van de afgelopen visitaties, om hun mening te toetsen bij andere partijen. Alhoewel de collega mogelijk wat onhandige uitspraken heeft gedaan, is hier absoluut geen grote medische fout gemaakt. Lees de uitspraken eens door over andere artsen en de redenen waarom ze uit hun vak gezet worden, chirurgen vanwege het maken van onnodige doden, een huisarts die de dood van zijn sex partner op zijn geweten heeft door middelen gebruik uit de eigen apotheek en meer van dit soort hals zaken. En een bedrijfsarts wordt permanent geschrapt omdat hij niet overlegt met een collega en het gesprek bij het centraal tuchtcollege uit de hand loopt. Te belachelijk voor woorden en het CT moet zich diep en diep schamen dat ze dit soort uitspraken doet en kennelijk niet in staat is een gesprek wat bij de zitting uit de hand loopt te corrigeren.
Een interessante optie zou zijn om de "collega's" die zitting hebben in het CT zelf aan te klagen bij de tuchtrechter. Zij functioneren vanuit hun positie als arts, aangeklaagden bevinden zich in een enorme afhankelijke positie, nog afhankelijker dan de arts-patiënt relatie. Mogelijk een idee voor de NVAB om zo'n klacht in te dienen?
[Reactie gewijzigd door op 19-05-2022 09:34]
M.D. Oosterhoff
psychiater, THESINGE
Het zelfcorrigerend vermogen van het tuchtrecht is aanmerkelijk kleiner dan wat ze verwachten van de beklaagde
J.B.E. Hulshof
GGZ-arts, Wolfheze
Er is de laatste jaren al heel veel gezegd over dysfunctionerende tuchtcolleges en nu opnieuw. Terecht, uiteraard. Een vraag die blijft liggen is hoe je je als hulpverlener toch enigszins kunt beschermen tegen onterechte of disproportionele uitsprake...n. Krijg je voorafgaande aan de behandeling van een klacht door een tuchtcollege als hulpverlener te horen wie er zitting hebben in het betreffende tuchtcollege? En kun je vooraf een of meer aangewezen leden van een tuchtcollege wraken (op grond van eerdere discutabele uitspraken)? Wie weet dit?
A.F. Algra
commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam
Het is net als bij de rijdende rechter. Het tuchtcollege zegt: dit is mijn besluit, daarmee zult U het moeten doen. Closed shop dus.
Ik begrijp uw dilemma - ik liep daar paar jaar geleden ook tegen aan toen ik me daar eens in verdiepte. Het tucht...college, de beroepsnorm en de collega beroepsgenoten zijn namelijk 1 grote black box. De aangeklaagden zijn/worden 'gedegradeerd' tot schapen, die moeten worden geknipt en geschoren.
Te veel 'laten zich' dit overkomen. Te weinig gaan 'in verzet'.
Je moet '' spijt' betuigen- ook voor zaken die je niet meent.
En vooral zelf reflectief te zijn - maar dat blijkt lastige opgave, want kan alleen op de manier die door je collega beroepsgenoten wordt geapprecieerd en door hen als 'moreel correct' wordt ervaren. Zie deze casus.
Het was niet goed/slim wat de aangeklaagde heeft gedaan. Een waarschuwing zou wellicht op zijn plaats zijn geweest.
De cruciale (inschattings)fout die hij maakte is onvoldoende rekening te houden met de 'gevoelens 'van zijn collega beroepsgenoten. En daar betaald hij zware prijs voor.
ter zijde: is U de compleet idiote constructie opgevallen waardoor deze casus zo uit de hand is gelopen ?
Klaagster had twee bedrijfsartsen voor dezelfde klus . bedrijfsarts 1 voor eerste 24 uur. bedrijfsarts 2( aangeklaagde) voor tijdelijke extra 8 uur. Hallo ? Wie is er nu raar bezig ???
M.D. Oosterhoff
psychiater, THESINGE
Ik denk niet dat je kunt wraken op grond van discutabele uitspraken. Wraken kan alleen als je kunt aantonen dat een rechter tav jou niet objectief is. Ik denk dat net een illusie is te denken dat je je tegen dit soort grillen van het tuchtrecht kunt ...beschermen.
Je kunt je aansluiten bij onze oproep voor een drastische wijziging van het tuchtrecht.
www.turecht.nl
KNO-arts , Schiedam
Zou er geen aangifte wegens onrechtmatige daad tegen het CTG gedaan kunnen worden?
P. Staal
Huisarts, Tilburg
Iedere verhouding tot het dagelijkse leven kwijt en (nog steeds) totaal losgeweekt van de medische werkvloer dit tuchtrecht.
Heel, heel gauw de bezem door dit systeem, waarbij ik verwacht dat eenieder zich toetsbaar opstelt!
A.F. Algra
commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam
Geheel eens met de overdenkingen en kritische bemerkingen van prof Joep Hubben.
Maar even zo goed: daar zitten we dan weer.
Al weer zo'n een onbegrijpelijk oordeel van een Tuchtcollege. Ook ik verwijs naar het initiatief van Menno Oosterhoff -... zie www.turecht.nl. en teken ook. Dit moet stoppen. Want het Tuchtcollege, de beroepsnorm en uw eigen collega beroepsgenoten blijken een grote black box te zijn !
https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/het-tuchtcollege-de-beroepsnorm-en-je-collega-beroepsgenoten-een-grote-blackbox.htm
Morgen kan er zomaar - 'out of the blue' - een brief van het tuchtcollege bij u op de deurmat liggen.
Nog geen beroepszaak aan de broek gehad ? Mazzel zeg
https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/-nog-geen-tuchtzaak-aan-de-broek-mazzel-zeg-.htm
M.D. Oosterhoff
psychiater, THESINGE
Juridisch is omstreden of de mogelijkheid van het opleggen van een beroepsverbod niet betekent dat er eigenlijk sprake is van strafrecht. Bij strafrecht gelden er andere eisen dan bij tuchtrecht.
Maar los daarvan. Het tuchtrecht doet meer kwaad dan ...goed. Zolang we dat nog accepteren zal er geen wezenlijke verandering komen. Teken de oproep tot een drastische wijziging op www.turecht.nl
Bijna 4000 mensen gingen je al voor.
B.C. Michel
Revalidatiearts, Amsterdam
Doet het CTG hier dan niet juist wat zij de bedrijfsarts verwijt?
M. Termaat
Huisarts, Groningen
Wat een vreselijke misser. Gezien de hele casus ( voor zover hier weergegeven ) kan ik voorstellen dat je als college het gevoel bekruipt;” moet deze persoon nog arts zijn”. Een schorsing van een x periode met verbetertraject zou dan toch minstens ...zo gepast zijn geweest. Een doorhaling kan dan altijd nog.
Het college lijkt al meer vanuit de ivoren toren te regeren. Ben je eigenwijs en kan je je niet vinden in kritiek stel je je niet toetsbaar op dan lig je eruit. Tactisch is het zeker niet maar of dit nu echt zodanig kwalijk is dat je deze maatregel op moet leggen lijkt me sterk.
Een tuchtrechtelijk klacht is voor velen van ons een zware dobber. Het kan zijn dat je daardoor extra in de verdediging gaat en inderdaad gedrag gaat vertonen wat laakbaar is. In hoeverre dat met je beroep te maken heeft is voor mij een vraag. Het college ziet dat duidelijk anders.
Specialist Ouderengeneeskunde np, Haren
Het is het tuchtcollege zelf dat hier iedere reflectie mist..de pot verwijt de ketel..
Yvonne van de Kuilen