Nieuws
curriculum

Punten niet binnen? Einde verhaal

Plaats een reactie

Willekeur heerst bij toepassing bindend studieadvies

Zes van de acht geneeskundefaculteiten werken met een bindend studieadvies. Wie in de eerste jaren het minimumaantal studiepunten niet haalt, mag vertrekken. Een goede manier om geldverspilling tegen te gaan, maar ongelijkheid ligt op de loer.

De Universiteit van Leiden voerde in 1997 als eerste het bindend studieadvies (BSA) in. Andere universiteiten volgden en inmiddels maken alleen de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Maastricht er (nog) geen gebruik van (zie tabel). Het bindend studieadvies stelt dat een student in het eerste jaar een bepaald aantal studiepunten moet halen om de opleiding voort te mogen zetten. Het zou daarmee een selecterende en voorspellende waarde hebben voor toekomstige uitvallers. Daarnaast hanteren sommige faculteiten een ‘p in twee’-regeling: studenten moeten binnen twee jaar alle eerstejaarsvakken halen.

Een student die de benodigde studiepunten niet op tijd heeft, kan een beroep doen op de hardheidsclausule in de reglementen van de opleiding. Dit heeft kans van slagen als er bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn, zoals ziekte of zwangerschap. Verder kunnen studenten bezwaar aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens en, als dat niet tot het gewenste resultaat leidt, in hoger beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

Arbitrair
Een belangrijk voordeel van het bindend studieadvies is dat studenten die hun studie niet aankunnen of er met hun pet naar gooien, eerder worden gedwongen om iets anders te gaan doen. Geneeskunde is een dure opleiding en hoe langer studenten erover doen, hoe meer dat de belastingbetaler kost. Daarnaast geeft het BSA de student zelf een extra stimulans om af te studeren in de tijd die ervoor staat.

Aan de andere kant is er vrijwel geen wetenschappelijke onderbouwing voor de aanname dat het BSA het studierendement verbetert. Ook is het op zijn zachts gezegd arbitrair dat de ene faculteit geen BSA hanteert en de andere wel, en dat de ene de ondergrens na een jaar op 36 studiepunten stelt en de andere op 42. Er is immers geen significant verschil in zwaarte tussen de verschillende geneeskundeopleidingen. Dat er wel verschillen zijn in de toepassing van het bindend studieadvies, leidt tot ongelijkheid tussen de faculteiten.

Verder kan een BSA calculerend gedrag uitlokken. Mogelijk gaan studenten zich meer bezighouden met het binnenharken van punten dan met hun algemene persoonlijke ontwikkeling, die ook gebaat is bij activiteiten buiten het curriculum om. Ten slotte heeft een negatief BSA bij geneeskunde grote gevolgen voor de individuele student. Die kan de opleiding niet elders gaan volgen, aangezien geneeskunde – voorlopig – een numerus fixus kent.

De beste invulling
Het KNMG Studentenplatform keurt het BSA niet direct af, maar stuurt wel aan op meer en beter onderzoek naar de beste invulling en het effect op het studierendement. Het is in elk geval belangrijk dat er op korte termijn consensus komt tussen de acht medische faculteiten over wat de beste aanpak is. Anders bestaat het risico dat studenten de komende jaren massaal kiezen voor de UvA of Maastricht, omdat ze daar bij tegenvallende resultaten niet worden weggestuurd. Ook hecht het Studentenplatform veel belang aan een transparante procedure rondom het BSA en duidelijke communicatie naar studenten.
Studiepunten moeten niet op de eerste plaats staan; voor het worden van een goede arts is meer nodig.

Robel Michael en Henri Boersma 



‘Voldoende kansen’
Maya Baidjoe, vierdejaarsstudent geneeskunde aan de Erasmus Universiteit: ‘Rotterdam biedt voldoende kansen om weer op de rails te komen. In je eerste jaar word je nauwgezet gevolgd, en indien nodig krijg je allerlei cursussen en begeleiding aangeboden. Ik spreek uit ervaring. Het is onvoorstelbaar vervelend om na twee jaar een negatief bindend studieadvies te krijgen. Toch is dat het beste, omdat je dan nog zonder te veel vertraging een andere studie kunt beginnen.’

‘Onnodig streng’
Steven Brandsma, derdejaarsstudent geneeskunde aan Universiteit Maastricht: ‘Naar mijn mening is het BSA een onnodig strenge maatregel die de goedwillende student harder treft dan de kwaadwillende. De langstudeerdersboete en de harde knip tussen de bachelor en de master zetten de luie student al genoeg onder druk. En een BSA schrikt eerstejaars af om zich al vroeg te ontplooien door bijvoorbeeld actief te worden in een commissie. Dat is natuurlijk zonde.’



Als je te weinig punten hebt
…meld dit dan zo snel mogelijk, dus ruim voordat je een negatief BSA krijgt, aan je studieadviseur. Als je achterstand wordt veroorzaakt door persoonlijke omstandigheden, kan er een uitzondering worden gemaakt. Doe je melding schriftelijk, zodat je kunt bewijzen dat je tijdig aan de bel hebt getrokken. Maar vraag ook een gesprek aan; misschien kan de studieadviseur je nog helpen de achterstand in te lopen.

PDF van dit artikel

beeld: Corbis
beeld: Corbis
beeld: Corbis
beeld: Corbis
curriculum
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.