Blogs & columns
Marcel Levi
Marcel Levi
2 minuten leestijd
Column

Chateaubriand en radijsjes

4 reacties

Altijd gezellig om oud-medestudenten of collega’s uit de vervolgopleiding weer eens te zien. Naast hilarische anekdotes en visserslatijn over roemruchte belevenissen in ons gezamenlijk verleden, is vast gespreks­onderwerp het spiegelen van de omstandigheden van jonge dokters van tegenwoordig met hoe het ons verging. Met alle memory bias, overdrijving en onvergelijkbare vergelijkingen die daarbij horen.

Zo verhaalde een inmiddels bijna gepensioneerde collega over zijn ‘zaaltje’ tijdens de opleiding waar hij de zorg voor wel dertig patiënten had. ‘Vergelijk dat eens met soms minder dan de helft van dat aantal waar assistenten van tegenwoordig al over klagen’, voegde hij er schamper aan toe. Gelukkig merkte iemand anders op dat klinische patiënten van tegenwoordig wel een flink stuk ingewikkelder zijn dan die tijdens onze opleiding.

En dat klopt. In een recent artikel in JAMA werd de complexiteit van 3,3 miljoen ziekenhuisopnames in Canada tussen 2002 en 2017 onderzocht. Complexiteit werd gedefinieerd door factoren als hoge leeftijd, multimorbiditeit, polyfarmacie, recente ziekenhuisopname, of noodzaak tot intensivecarebehandeling. Op alle fronten waren ziekenhuispatiënten van nu een flink stuk ingewikkelder dan patiënten van twintig jaar terug. Meer aandoeningen tegelijk, meer problemen gerelateerd aan alcohol of verslavende middelen en meer bijkomend hartfalen, diabetes, chronisch longlijden en nierinsufficiëntie, waardoor veel meer stuurmanskunst vereist is.

De ziekste patiënten laten we managen door dokters die nog maar net hun artsdiploma hebben

Ik herinner me mijn zaal tijdens de opleiding waar bijvoorbeeld altijd wel een paar mensen met een trombosebeen lagen, bij wie je alleen maar één keer per dag de heparinepomp harder of zachter moest zetten. Niet echt een hoogtepunt van intellectuele uitdaging. Vergelijk dat eens met de huidige situatie waarbij intraveneuze antibiotica of chemotherapie thuis wordt gegeven en zelfs stamceltransplantaties min of meer in dagbehandeling plaats­vinden. Waarbij patiënten die nog wel ziekenhuiszorg nodig hebben dus talloze malen complexer zijn dan vroeger. Tel daarbij op dat de opnameduur van klinische patiënten dramatisch is gekelderd, zodat de turn-over van arbeidsintensieve opnames omgekeerd evenredig is gestegen.

Het enige wat niet veranderd lijkt te zijn is dat we nog steeds klinische patiënten primair overlaten aan de minst ervaren dokters. Dus de meest ingewikkelde en ziekste patiënten laten we in de regel managen door dokters die nog maar net hun artsdiploma in ontvangst hebben genomen. Terwijl de meest ervaren specialisten het grootste deel van hun tijd slijten op de poli met minder zieke patiënten en periodieke controles bij mensen met wie het meestal wel goed gaat. Er is een totale mismatch tussen de complexiteit van patiënten en de ervaring van de behandelend arts. En kom alstublieft niet aan met dat bizarre argument dat dit de meest effectieve manier is waarop jonge artsen zelfstandig ervaring opdoen met zieke mensen. Dat is namelijk allerminst bewezen en plotseling niet meer geldig als uw familielid op de afdeling opgenomen wordt.

Natuurlijk is de supervisie over jonge artsen die klinische patiënten behandelen veel intensiever en beter dan vroeger. Maar het blijft toch een tikje op afstand en indirect. Ik heb weleens de vergelijking getrokken met de pas begonnen leerling-kok die voor vijftien mensen chateaubriand moet braden met wat telefonische aanwijzingen van de meester-kok die elders in het pand radijsjes aan het schoonmaken is.

Wellicht eens tijd dat we inzet van minder en meer ervaren artsen beter matchen met de intensiteit en complexiteit van onze patiënten. Dus de juiste dokter op de juiste plek. 

Meer van Marcel Levi:
  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • K. Berend

    Internist, Curacao

    Los van de veranderde complexiteit kan de bijna gepensioneerde collega, die net als ik in mijn opleiding de zorg voor een zaal van bijna 30 patiënten had, het nu ook met de helft lastiger bijbenen. Poli’s van toen met 20-25 patiënten is nu in dezelfd...e tijd ook onmogelijk door een hedendaags monster, het Echt Papierloos Drama (EPD) die onnodig veel tijd vreet, maar toegegeven de voordelen zijn legio. Het is niet goed te praten dat onervaren artsen vaak de meest zieke patiënten zien, maar ze blijven nu ook langer onervaren. Ik zeg niet dat het goed was maar met 6 man (soms 4) deden we de alle zalen, alle consulten en diensten voor interne, cardio, longen en de intensive care in een middelgroot ziekenhuis. Je splitste vaak weekenddiensten maar soms ging je zaterdagochtend de dienst in en maandagmiddag na je zaalvisite naar huis. Je moet uren maken om het vak te leren, dus de leercurve was stijl. Toen ik dengue had en 3 dagen ziek op bed had gelegen wilde de dienstdoende arts-assistent mijn zondag niet overnemen terwijl ik 38.5 graden koorts had. Waarom niet vroeg ik?: omdat ik 39 graden koorts heb! Best wel grappig, dus heb ik die zondag toch dienst gedaan. Nu leuk voor de anekdotes, maar gek waren we wel.

  • O. Lopes Cardozo

    Rustend oogarts, Kor.etnhoef

    Vele jaren geleden brachten we stelselmatig de risicofactoren bij staaroperaties in beeld. Alleen door te zorgen dat de meest riskante operaties door de meest ervaren operateurs gedaan werden brachten we het aantal complicaties met 50% terug. De jong...e klaren beginnen met veel spreekuren t.o.v operatie uren en “vangen” dus ook de meeste staaroperaties. Zonder risicoselectie doen ze dan te veel complexe operaties.

  • K.W. Schuit

    Huisarts N.P., Zuidlaren

    Een vraag aan collega Levi: zijn er ook publicaties over casus onderzoek naar de relevantie van poliklinische her en her controles bij medisch specialisten?

  • J. Bekhof

    Kinderarts, Zwolle

    Goede column. Als plv opleider verbaas ik me er nog steeds over dat een groot deel van de opleiding tot kinderarts wordt doorgebracht op klinische afdelingen terwijl ik daar als kinderarts minder dan 10-20% van mijn tijd doorbreng. Als ik dit onderwe...rp aanzwengel krijg ik meestal weinig bijval. De metafoor van de radijsjes en de chateaubriand kan ik goed gebruiken. Toch moet niet onderschat worden hoe belangrijk ervaring is bij het herkennen en onderscheid maken tussen de radijs en chateaubriand. Vooral onervaren artsen kunnen wel eens de neiging hebben om van een radijs en chateaubriand te willen maken.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.