Huisarts wil graag met pensioen, 35 patiënten dienen tuchtklacht in
Uitspraak: Ongegrond
6 reactiesEen huisarts levert sinds 1993 de huisartsenzorg op een woonlocatie voor mensen met een (ernstige) verstandelijke beperking. In 2016 is de samenwerking tussen de huisarts en de instelling vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, met een opzegtermijn van drie maanden. Iets meer dan drie maanden voor hij per 1 april 2020 met pensioen gaat, zegt de huisarts de overeenkomst met de instelling op. Hij adviseert de instelling met zijn twee opvolgers te gaan praten.
Deze gaan geen nieuwe overeenkomst aan, onder meer omdat ze vinden dat de rol van de arts voor verstandelijk gehandicapten (arts VG) onduidelijk is omschreven en omdat ze zich niet bekwaam voelen. Vervolgens maakt de instelling half maart 2021 formeel bezwaar tegen het opzeggen van de overeenkomst en kondigt een kort geding aan. Uit coulance gaan de opvolgers nog twee maanden langer door met de zorg, daarna neemt een andere praktijk het over.
Luister ook de aflevering van MC de podcast waarin deze tuchtcasus besproken wordt:
VERDER LEZEN?
U heeft gratis en volledig toegang als
- Lid van een wetenschappelijke vereniging
- Lid van De Geneeskundestudent
- Abonnee
Lid of abonnee maar nog geen inloggegevens?
Geen lid? Bekijk de abonnementen!