Nieuws
2 minuten leestijd
ingezonden reactie

Onder je neus

Plaats een reactie
De praktijk heeft mij de meeste eyeopeners opgeleverd, zowel stages als bijbanen. Van de twee onweerlegbare fundamenten in de komende jaren van mijn leven – geneeskunde en slapen – is het slapen flexibel, dus solliciteerde ik voor nachtdiensten.
beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock

Gewapend met Red Bull, een gigantisch voedselpakket, en een nog net gezonde dosis spanning arriveer ik bij de afdeling Neurologie. Samen met één verpleegkundige sta ik op een afdeling met 30 patiënten met pathologie variërend van epilepsie, meningitis tot dwarslaesie. Daarnaast brengen de patiënten nog zaken met zich mee die je niet beseft als je je studieboek leest: blindheid, mentale retardatie, taalproblemen enzovoorts. Achter de balie zittend, midden in de nacht, op een onbekende, grotendeels donkere afdeling, gaan allerlei piepjes af en het duurt even voor ik niet meer van schrik opspring bij elk piepje. Veel mag ik niet, maar met deze immobiele patiëntenpopulatie voel ik me toch erg nuttig. ‘Zal ik u wat te drinken geven meneer?’, vraag ik aan de opa die belde. ‘Ja ja, en geef die man hiernaast ook even wat, hij maakt zo’n herrie!’ en hij wijst naar de andere hoek van de kamer. Ik draai me om en het kippenvel schiet over mijn rug: de patiëntenplek is leeg. Er staat niet eens een bed. Welkom bij neurologie.

Mijn meegebrachte studieboek komt niet aan bod. Een real life thriller wel, als ik met routebeschrijving ‘verdieping twee, tweede gang links, derde deur rechts’ kweken moet wegbrengen op een wel heel donkere en verlaten verdieping. Zo leer ik, naast een nieuwe afdeling met voor mij onbekende ziektebeelden, ook mezelf beter kennen.

De meest fanatieke belster was een vrouw met Lewy-body-dementie. In een hoekje van de kamer kijkt ze angstig van onder haar deken. ‘Wat zit er achter dit gordijn? Wie loopt er over de gang? Waarom staat hier een tafel met zóveel bloemen?’ Ik moet denken aan een filmpje dat ik lang geleden zag tijdens een college over de visuele hallucinaties bij dit ziektebeeld, en vraag me af hoe ik haar rustig krijg. Zou het helpen als ik vertel dat er echt geen tafel met bloemen staat, of juist niet? Het filmpje maakte destijds veel indruk. ‘En wat hangt er onder je neus? Nou já zeg, wat hangt daar nu? Dat is gek!’ In een reflex grijp ik naar mijn neus. Waar natuurlijk niets hangt. Had ze me mooi bij de neus genomen.

Anne Janmaat (pseudoniem)                       

Meer publicaties in Ingezonden

ingezonden reactie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.